MijnFintool

Nieuws

Kabinetsreactie DNB-rapport aflossingsvrije hypotheken

Minister Hoekstra stuurde de Tweede Kamer de kabinetsreactie op het DNB-rapport over aflossingsvrije hypotheken.

De afgelopen jaren daalde de totale aflossingsvrije schuld met gemiddeld 2 procent per jaar, mede als gevolg van vrijwillige aflossingen en de toename van het aantal annuïtaire hypotheken. Deze toename van vrijwillige aflossingen is volgens het Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS is een publicatie van DNB) naar verwachting niet blijvend. Bijvoorbeeld omdat spaargeld maar één keer kan worden ingezet en omdat schenkingen die zijn gedaan ten behoeve van het aflossen van de hypotheekschuld vaak een eenmalig karakter hebben.

Het OFS constateert dat een groot deel van de huishoudens mogelijk onvoldoende spaargeld en andere financiële bezittingen heeft om op de einddatum de hypotheek volledig af te lossen. Voor ruim een half miljoen huishoudens geldt dat de resterende schuld meer dan 150 duizend euro kan bedragen.

Conclusies

DNB trekt in het OFS drie ‘beleidsconclusies’ die moeten bijdragen aan de aanpak van de beschreven problematiek van het relatief grote aandeel van hypotheken waarbij niet regulier wordt afgelost. Ten eerste dienen huishoudens zelf tijdig maatregelen te nemen om problemen bij het aflopen van hun hypotheek te voorkomen. Veel hypotheken lopen pas over 15 tot 20 jaar af waardoor nu nog tijdig kan worden begonnen met het gespreid opbouwen van vermogen over een lagere periode. Ten tweede dienen kredietverstrekkers hun klanten actief te wijzen op hun toekomstige verplichtingen. Tot slot moeten kredietverstrekkers, hoewel het kredietrisico op deze hypotheken gemiddeld gezien beperkt lijkt, hun risicobeheer van aflossingsvrije hypotheken verbeteren.

Risicosegmentatie

De AFM heeft verder in samenwerking met DNB/ECB een risicosegmentatie opgesteld. De risicosegmentatie verdeelt consumenten in groepen naar mate van potentiële kwetsbaarheid en urgentie. Hierbij wordt ten eerste gekeken naar de omvang van het potentiële financiële risico voor de klant op basis van onder andere de verwachte Loan-to-value (LTV) op de einddatum van de hypotheek. Ten tweede wordt gekeken naar de termijn waarop het probleem zich bij de klant potentieel kan materialiseren. Voor dit tweede criterium wordt gekeken naar het aantal jaar tot het einde van de hypotheek, de nog resterende duur van de hypotheekrenteaftrek en de tijd tot pensionering.

Potentiële problemen

De vier Nederlandse grootbanken (70% marktaandeel in uitstaande aflossingsvrije hypotheken) rapporteren ieder kwartaal over de actuele verdeling van huishoudens met een aflossingsvrije hypotheek binnen de risicosegmentatie aan de AFM en DNB/ECB. De toezichthouders monitoren hiermee de effecten van klantactivatie en de ontwikkeling van de risico’s binnen de portefeuilles van de aflossingsvrije hypotheken. De NVB heeft eind augustus gepubliceerd hoe de verdeling van het aantal klanten in de portefeuille van de vier grootbanken er uit ziet aan de hand van deze risicosegmentatie. Uit de analyse volgt dat ongeveer 10% van hun klanten (265.000 klanten) aan het eind van de looptijd mogelijk in de problemen komt met de betaalbaarheid van een nieuwe hypotheek op basis van deze criteria. Deze klanten hebben nog beperkte tijd om in actie te komen en/of een relatief hoge LTV. De NVB verwacht op termijn ook de gegevens van de andere (kleinere) banken mee te nemen in het overzicht.

Hypotheekadviseurs

Naast de genomen wettelijke maatregelen vind ik het van belang dat de sector ook hier zijn eigen verantwoordelijkheid pakt. De hypotheekadviseur heeft een belangrijke taak in het adviseren van de consument over de mogelijke risico’s van een hoge hypotheek. De maximale hypothecaire kredietruimte wordt aan de hand van enkele aannames vastgesteld. Zo wordt bij het bepalen van de maximale hypotheek bijvoorbeeld uitgegaan van een uitgavenpatroon van de consument dat lager is dan gemiddeld, dat de woning een energielabel C heeft, en wordt er geen rekening gehouden met de kosten van kinderen. Dit betekent dat, hoewel de normen in beginsel verantwoorde kredietverlening voorstaan, de maximale hypotheek niet voor alle consumenten de meest passende keuze hoeft te zijn. Ik zie het als de rol van de adviseur om samen met de consument te bespreken welke hypotheeklasten hij kan en wil dragen op basis van zijn persoonlijke situatie. Vooral in een stijgende woningmarkt, waar de wettelijke regels voor de consument als knellend kunnen worden ervaren, vind ik het belangrijk te benadrukken dat de maximale hypotheek niet in alle gevallen passend hoeft te zijn. In individuele gevallen zou een lagere hypotheek beter kunnen passen bij de huishoudsituatie dan de maximaal toegestane hypotheek.

 

Bron: Rijksoverheid

 

Modules & dossiers

Opvoerdatum

10 okt 2018

Laatst gewijzigd

10 okt 2018

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1