Bij de invoering van de Wet bekostiging financieel toezicht in 2013 was een van de belangrijkste doelstellingen het zorgen voor zo stabiel mogelijke heffingen met zo weinig mogelijk fluctuaties. Om te voorkomen dat de kosten fluctueren vanwege jaarlijkse verschillen in de toezichtinspanningen, was gekozen om met een vaste procentuele verdeling te werken. Bij DNB is gebleken dat de toezichtinspanningen per categorie stabiel zijn en een procentuele verdeling niet nodig is. Door de kosten per categorie direct in de begroting op te nemen is voor een ieder direct duidelijk welke kosten voor welke instellingen worden gemaakt. Bij de AFM blijft de systematiek van percentuele aandelen in stand. In tegenstelling tot DNB houdt de AFM vooral themagewijs toezicht. Dit betekent dat de toezichtinspanningen per categorie instellingen en daarmee de daadwerkelijke kosten per categorie van jaar tot jaar kunnen verschillen. De basis voor de procentuele verdeling wordt gevormd door de tijdsbesteding aan de toezichtcategorieën in de afgelopen jaren. De optelsom van meerdere jaren geeft een representatief beeld van de gemiddelde jaarlijkse kosten per toezichtcategorie. Gezien de verschillende wijze waarop de AFM en DNB toezicht houden, bestaat de verwachting dat dit onderscheid in de doorberekening van de kosten zal blijven bestaan.
Gedurende de totstandkoming van de begrotingen en jaarrekeningen van de toezichthouders is er sprake van intensief contact tussen de ministeries en de toezichthouders. Doelmatigheid en efficiëntie zijn daarbij belangrijke gespreksonderwerpen. Tijdens deze cycli worden ook marktpartijen in de gelegenheid gesteld hun visie op het functioneren van de toezichthouders te geven tijdens speciaal hiervoor in het leven geroepen panelbijeenkomsten.
Uit de vijfjaarlijkse verslagen inzake de beoordeling van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van de toezichthouders is gebleken dat de toezichthouders doeltreffend en doelmatig functioneren.
Het toezicht van de AFM op adviseurs en bemiddelaars concentreerde zich vooral op ondernemingen aan de onderkant van de markt omdat zij zich minder goed aan wet en regelgeving hielden. Inmiddels houdt het overgrote deel zich aan de regels of beschikt niet meer over een vergunning. Tevens heeft de AFM de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan structurele wijzigingen, zoals vakbekwaamheid en het provisieverbod. De implementatie hiervan heeft bijgedragen aan het centraler stellen van het klantbelang, waardoor aan de onderkant van de markt minder toezicht nodig is. Uiteraard blijft de AFM aandacht houden voor partijen die zich niet aan de wet- en regelgeving houden.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99