Op het moment dat [naam Consument] vertrok was de hypotheeksom nog € 37.763,14. Niet veel later, zo bleek haar echter pas tijdens de echtscheidingsprocedure, was de hypotheek toegenomen tot het maximale bedrag van € 150.000,-.
Consument vordert dat de Bank wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 55.000. Aan deze vordering legt zij ten grondslag dat de Bank in strijd met haar verplichtingen heeft gehandeld door toe te staan dat de toenmalige echtgenoot zonder instemming of medeweten van Consument forse bedragen heeft opgenomen uit hoofde van de krediethypotheek.
De Commissie constateert dat de documentatie ten aanzien van de krediethypotheek – de hypotheekofferte, hypotheekakte, algemene voorwaarden en brochure – geen bepaling bevat waarin specifiek wordt ingegaan op de vraag of een verzoek tot het opnemen van bedragen al dan niet door beide kredietnemers gezamenlijk moet worden ingediend.
Bij gebrek aan een relevante bepaling in de documentatie moet worden nagegaan of de wet hierin voorziet. Van belang hierbij is dat uit de overgelegde uitspraak van de rechtbank Gelderland van 14 oktober 2015 blijkt dat Consument en haar toenmalige echtgenoot in gemeenschap van goederen gehuwd waren en dat de krediethypotheek in de gemeenschap viel. Voor de situatie dat echtgenoten in gemeenschap van goederen gehuwd zijn, is in artikel 1:90 en 1:97 BW bepaald dat ieder der echtgenoten bevoegd is tot het bestuur van goederen van de gemeenschap en dat dit bestuur ook omvat de uitoefening van de aan die goederen verbonden bevoegdheden, waaronder de bevoegdheid tot beschikking en beheer, en de bevoegdheid om feitelijke handelingen te verrichten.
Dit is alleen anders als een goed op naam van een echtgenoot staat of door een echtgenoot krachtens erfopvolging bij versterf, making, lastbevoordeling of gift is verkregen. Omdat de laatstgenoemde uitzonderingen hier niet van toepassing zijn, vloeit uit deze wettelijke bepalingen voort dat bij een krediethypotheek die, zoals in dit geval, in de gemeenschap valt, ieder van de echtgenoten (tevens kredietnemers) gerechtigd is bedragen uit hoofde van de krediethypotheek op te nemen. Het staat partijen – de bank en kredietnemers – overigens wel vrij een andere regeling te treffen, bijvoorbeeld dat bedragen alleen kunnen worden opgenomen na een schriftelijk verzoek van beide kredietnemers, maar uit de stukken blijkt niet dat dit in dit geval is gebeurd.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99