Personen die adviseren over producten met een beleggingscomponent in de vorm van transacties in financiële instrumenten die direct voor rekening en risico van de cliënt komen, vallen onder de regels van MiFID II. Hierbij kan worden gedacht aan dienstverlening in het kader van effectenhypotheken, pensioenproducten en andere vermogensopbouwproducten. Indien deze personen adviseren over financiële instrumenten of voor hun cliënten orders ontvangen en doorgeven met betrekking tot financiële instrumenten verlenen zij beleggingsdiensten en zijn de regels in de Wft ter uitvoering van MiFID II van toepassing.
Artikel 3 van MiFID II biedt lidstaten echter de mogelijkheid om personen die beperkt beleggingsdiensten verlenen onder voorwaarden vrij te stellen van de ter uitvoering van de MiFID II vastgestelde nationale regels. Een van de voorwaarden die artikel 3 van MiFID II stelt, is dat vrijgestelde personen nationaal gereglementeerd zijn. In de artikelen 11 en 35a van de Vrijstellingsregeling Wft is het zogenaamde Nationaal regime geregeld. In artikel 35a van de Vrijstellingsregeling is vastgelegd aan welke voorschriften personen als bedoeld in artikel 11 van de Vrijstellingsregeling doorlopend moeten voldoen om vrijgesteld te zijn van de in de Wft opgenomen voorschriften die voortvloeien uit MiFID II.
Onder het Nationaal regime vallen personen als bedoeld in artikel 11 van de Vrijstellingsregeling Wft. Het gaat daarbij om personen die beschikken over een vergunning of ontheffing voor het adviseren over levensverzekeringen of een hypothecair krediet. Deze personen vallen onder het Nationaal regime indien zij in het kader van hun dienstverlening adviseren over of orders ontvangen en doorgeven met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe). Bijvoorbeeld in het kader van een beleggingsrecht eigen woning, een pensioenopbouwproduct of hypothecair krediet (hypotheek gecombineerd met een effectenportefeuille). Deze personen mogen overigens ook adviseren over losse rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe. Daarnaast vallen onder het toepassingsbereik van het Nationaal regime personen die beleggingsdiensten als bedoeld in onderdeel a of d van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 Wft verlenen met betrekking tot rechten van deelneming in een beleggingsinstelling of icbe en die niet beschikken over een vergunning of ontheffing op grond van artikel 2:75 Wft. Deze tweede categorie van personen vallen onder een ‘lichter’ vergunningregime dan het vergunningregime voor beleggingsondernemingen op grond van artikel 2:96 Wft (zie artikel 11, derde lid, Vrijstellingsregeling Wft).
Het adviseren over een verzekering met een beleggingscomponent of een beleggingshypotheek kwalificeert als het adviseren over verzekeringsproducten en valt daarom niet onder de regels die voortvloeien uit MiFID II. In deze situaties belegt de verzekeraar het geld van de cliënt en geeft de inleg de verzekeringnemer recht op een uitkering waarvan de hoogte afhankelijk is van het door de verzekeraar behaalde rendement. Er is dan geen sprake van het verlenen van beleggingsdiensten aan een cliënt. In artikel 35a van de Vrijstellingsregeling is opgenomen welke organisatorische vereisten, vakbekwaamheidseisen en gedragsregels van toepassing zijn op de beleggingsondernemingen die vallen onder het Nationaal regime. Hierbij is aangesloten bij artikel 3, tweede lid, van MiFID II.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99