In de door de Bank uitgebrachte offerte is vermeld dat over de geldlening een rente van 5,05% in rekening werd gebracht en in de verzekering een rente vergoed zou worden over de inleg van 6,55%. Voor zowel de geldlening als de verzekering werd een rentevastperiode van 10 jaar geboden.
Op het polisblad, dat is afgegeven, heeft de Bank een overzicht van de ontwikkeling van het verzekerd bedrag, de afkoopwaarde en de cumulatieve premie per jaar opgenomen. In het rekenvoorbeeld is voor de volledige looptijd van de hypotheek gerekend met een rentevergoeding van 6,55%.
In het opgenomen rekenvoorbeeld wordt met een tijdelijke verhoogd rendement gerekend, terwijl de geldverstrekker wist dat deze actie na 10 jaar niet hetzelfde rendement kon bieden, bij gelijke rentestanden.
De Bank heeft immers aangegeven dat zij het actietarief met een opslag van 0,8 procent-punt op de te vergoeden rente niet voor de gehele looptijd van de hypotheek zou aanbieden.
Naar het oordeel van de Commissie heeft de door de Bank precontractueel verstrekte informatie zodoende niet voldaan aan de daaraan wettelijk gestelde eisen dat deze correct, duidelijk en niet-misleidend dient te zijn (artikel 4:19 lid 2 Wet financieel toezicht (Wft)). Terecht heeft Consument gesteld dat een juiste(re) voorstelling van zaken eruit had bestaan dat vanaf september 2018 gerekend zou zijn met een te vergoeden rente zonder de opslag van 0,8 procentpunt en dus met een rente van 5,75%. Niet alleen kon de hoogte van de cumulatieve premie wijzigen, zoals de Bank heeft aangegeven in het in een tabel gegeven overzicht, ook bij gelijke rentestanden zou het actietarief komen vervallen, de spaarrente dalen en de premie stijgen. Deze informatie is naar het oordeel van de Commissie met name misleidend, nu uit het rekenvoorbeeld duidelijk blijkt dat de voordelen van het effect van de samengestelde interest pas na het tiende jaar duidelijk tot uitdrukking komen.
In beginsel maakt dit handelen de Bank jegens Consument schadeplichtig. Om tot schadevergoeding te komen, is echter noodzakelijk dat met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat Consument zonder de misleidende informatie van de Bank de keuze voor een andere hypotheek zou hebben genomen, die bovendien gedurende de looptijd tot lagere kosten zou leiden. Daartoe is in de gegeven omstandigheden onvoldoende gesteld door Consument. Bovendien leidt ook een voorgerekend rendement van 5,75% tot exponentiële groei van de ingelegde premie. [...] Dat Consument bij een juiste voorstelling van zaken een andere keuze zou hebben gemaakt, is naar het oordeel van de Commissie niet komen vast te staan.
Desondanks acht de Commissie een vergoeding van de redelijke en billijke kosten die Consument heeft gemaakt vanwege het handelen van de Bank op zijn plaats. De grondslag daarvoor is te vinden in artikel 38.10 aanhef en onder e van het Reglement Geschillencommissie Financiële Dienstverlening. De Commissie kan op basis van de proceshouding van de Bank in de interne klachtprocedure en ter zitting begrip opbrengen voor de wens van Consument zijn geldlening over te sluiten. Daarin heeft de Bank op geen enkele wijze haar verantwoordelijkheid genomen voor de onjuistheden in de precon-tractuele informatie en is evenmin begrip getoond voor de premieverhoging waarmee Consument geconfronteerd werd. Dit past niet bij een financiële dienstverlener die zich verbonden heeft aan dienstverlening waarin het klantbelang centraal worden gesteld. Aangezien deze beslissing door het handelen van de Bank is ingegeven, acht de Commissie het ter beëindiging van het geschil redelijk wanneer de Bank de redelijke oversluitkosten voor haar rekening neemt. Naar het oordeel van de Commissie bedragen deze redelijke oversluitkosten € 3.500,-. [ Consument heeft daarvoor kosten gemaakt van in totaal € 4.724,84, bestaande uit taxatiekosten, notaris-kosten en advieskosten.]
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668