De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat deze vrijheid niet in volle omvang bestaat voor handelsbanken. Het hebben van een bankrekening is in onze tegenwoordige maatschappij immers noodzakelijk om in volle omvang aan het maatschappelijk verkeer te kunnen deelnemen. Dit is op zich ook door de bank erkend.
Project C heeft aannemelijk gemaakt dat zij met spoed moet kunnen beschikken over een bankrekening. Volgens de voorzieningenrechter is het niet aannemelijk dat de activiteiten die Project C thans ontplooit strafbaar zijn op grond van de Opiumwet. De doelstelling van het experiment waaraan Project C wil deelnemen is juist om illegale handel in cannabis terug te dringen door deze stof op legale wijze te produceren. Door te willen deelnemen aan het experiment dient Project C een algemeen belang. Het hebben van een bankrekening is voor Project C juist van belang om het risico op witwassen tegen te gaan. Aannemelijk is dat Project C en haar oprichters (van wie is erkend dat zij geen criminele antecedenten hebben) voldoen aan de eisen die de bank mag stellen.
Een rechtspersoon staat echter wat het vermogensrecht betreft gelijk met een natuurlijke persoon, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit (artikel 2:5 BW). En geen wettelijke bepaling brengt mee dat in dit opzicht (de mogelijkheid om te kunnen deelnemen aan het bancaire betalingsverkeer) onderscheid moet worden gemaakt tussen een rechtspersoon en een natuurlijke persoon.
De voorzieningenrechter gebiedt de bank om Project C binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis een zakelijke bankrekening te verschaffen en Project C niet langer te onthouden van bij die bankrekening behorende betaalproducten en diensten.
De bank mag aan het openen van een bankrekening ten name van Project C de voorwaarde stellen dat deze rekening niet zal worden gebruikt voor illegale of strafbare feiten, maar alleen voor (voorbereidings)activiteiten in het kader van het Experiment gesloten
cannabisketen.
Verder heeft de bank terecht aangevoerd dat het desbetreffende wetsvoorstel nog niet de Eerste Kamer is gepasseerd en dat, indien dat te zijner tijd zal gebeuren, nog niet vaststaat dat Project C in de context van het Experiment als teler zal worden toegelaten. Deze omstandigheden leiden echter om de genoemde redenen niet tot weigering van de gevraagde voorziening.
Zij brengen wel mee dat de bank ook als voorwaarde mag stellen dat de bankrekening wordt opgeheven als het wetsvoorstel wordt ingetrokken of niet in de Eerste Kamer wordt aangenomen, dan wel als Project C niet tijdig een aanvrage doet voor een vergunning in het kader van het experiment, of een zodanige vergunning haar wordt geweigerd.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99