In hoger beroep betoogt de Inspecteur dat de woning vanaf het moment van overlijden van erflaatster niet langer als eigen woning kan worden aangemerkt en dat de rente, voor zover die betrekking heeft op de periode na dat overlijden, daarom niet als eigenwoningrente in aanmerking kan worden genomen. Verder stelt de Inspecteur dat de schuld voor de erfgenamen niet als een onder het overgangsrecht vallende bestaande eigenwoningschuld kan worden aangemerkt en dat de schuld niet voldoet aan de wettelijke eisen zoals die met ingang van 1 januari 2013 gelden.
Het Hof stelt voorop dat het moment van betaling van rente niet beslissend is voor de kwalificatie van die rente (als eigenwoningrente of anderszins). Het andersluidende uitgangspunt van de Rechtbank acht het Hof niet juist. Rente die betrekking heeft op schulden die vanaf een bepaald moment in een jaar geen eigenwoningschulden zijn - een en ander in de zin van artikel 3.120, lid 1, aanhef en letter a, van de Wet IB 2001 - kan niet als eigenwoningrente in aftrek worden gebracht.
In het onderhavige geval heeft de Inspecteur gesteld dat de woning na het overlijden van erflaatster niet langer als eigen woning in de zin van de wettelijke regeling kan worden aangemerkt.
De stellingname van de inspecteur wordt overgenomen.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99