De Commissie oordeelt dat een deel van de kosten die Consument heeft gemaakt voor rekening en risico van de Adviseur komen.
Op 7 juni 2018 heeft Consument contact opgenomen met de Adviseur en heeft hij zijn financieringsbehoefte kenbaar gemaakt. Op 11 juni 2018 heeft Consument de Adviseur de koopakte doen toekomen. Toen is voor de Adviseur duidelijk geworden dat Consument formeel een bedrijfspand had aangekocht. De Adviseur heeft Consument te kennen gegeven dat hij hem wel kan adviseren, maar dat hij niet kan bemiddelen bij het verkrijgen van een financiering voor een dergelijk pand. Daarop heeft Consument aangegeven bezig te zijn met het verkrijgen van een woonvergunning voor het pand.
Op 17 november 2018 heeft de gemeente de woonvergunning voor het door Consument aangekochte pand verstrekt en de Adviseur heeft de financieringsaanvraag bij de geldverstrekker ingediend.
Consument heeft zich op het standpunt gesteld dat de Adviseur bij de uitvoering van de opdracht niet heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur in de omstandigheden van het geval mag worden verwacht. Door aan te geven dat de financieringsaanvraag ‘gaat lukken’ indien de woonvergunning wordt verkregen, heeft de Adviseur Consument in de onjuiste veronderstelling gebracht dat de financiering verstrekt zou worden. De benodigde inkomensgegevens waren op het moment van deze mededeling in het bezit van de Adviseur.
De Commissie overweegt dat de Adviseur in dit geval onjuist heeft gehandeld door de verwachting te wekken bij Consument dat de financiering haalbaar was mits de woonvergunning zou worden verstrekt zonder dat hij de stukken van Consument met betrekking tot zijn inkomen aandachtig had bekeken en beoordeeld. Het argument van de Adviseur dat Consument had aangegeven dat zijn inkomsten al jaren constant zijn, doet daar niet aan af. De Commissie oordeelt dat de Adviseur zijn zorgplicht jegens Consument heeft geschonden en om die reden toerekenbaar is tekortgeschoten jegens Consument.
Ter zitting heeft Consument aangegeven dat, hoewel de Adviseur geen voorbehoud had gemaakt, hem in het algemeen duidelijk was dat een geldverstrekker akkoord moet geven voor een aangevraagde financiering, hij heeft echter al kosten gemaakt voordat hij een overeenkomst had met een geldverstrekker. Gelet op deze feiten en omstandigheden oordeelt de Commissie dat er sprake is van eigen schuld bij Consument. Dit percentage wordt gesteld op 50%.
De Commissie beslist dat de Adviseur binnen vier weken na de dag waarop een afschrift van deze beslissing aan partijen is verstuurd, aan Consument vergoedt een bedrag van € 2.303,75, met rente gelijk aan de wettelijke rente vanaf 20 november 2018 tot aan de dag van algehele voldoening.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99