Op 1 april 2019 is de Woning van Consument verkocht, hetgeen heeft geresulteerd in een restschuld van totaal € 23.382,72. Op dit bedrag is de afkoopwaarde van de verzekeringspolis van € 10.331,60 in mindering gebracht.
Op basis van de voorwaarden van de kwijtscheldingsregeling wordt de ontstane restschuld u niet kwijtgescholden.
Waarom komt u niet in aanmerking voor kwijtschelding?
Uw dossier is op twee criteria beoordeeld. Aan beide criteria moet zijn voldaan om voor kwijtschelding van het verlies in aanmerking te komen.
1. Is sprake van te goeder trouw ten aanzien van het niet kunnen betalen van de lening?
Dit is wel het geval als er sprake is van relatiebeëindiging, arbeidsongeschiktheid en/of niet verwijtbare werkloosheid, waardoor de lening niet meer kon worden betaald.
Uit het dossier blijkt dat bij exploit van 22 november 2018 de Stichting W. de erfpacht heeft opgezegd wegens verhuur. Het WEW stelt zich op het standpunt dat hierdoor de woning moest worden verkocht, waardoor de restschuld is ontstaan. Het WEW beschouwt dit niet als een situatie die onder het criterium te goeder trouw valt.(...)”
“Ons besluit op uw verzoek tot heroverweging
Op basis van uw bezwaarschrift, en de in het dossier aanwezige stukken hebben wij vastgesteld dat niet aan de gestelde criteria is voldaan. U komt daarom ook na uw verzoek tot heroverweging niet in aanmerking voor kwijtschelding van het ontstane verlies.
(…)
Uit het dossier blijkt dat u de woning alleen op uw naam en inkomen heeft gekocht. Bij het afsluiten van de lening was dat inkomen voldoende om de hypothecaire lening te verkrijgen. U bent de enige eigenaar van de woning gebleven en ook de enige schuldenaar van de hypothecaire lening. Het feit dat uw echtgenote werkloos is en geen uitkering ontvangt kan naar het oordeel van het WEW daarom niet de oorzaak zijn voor het niet meer kunnen betalen van de lening. Verder is niet aannemelijk gemaakt dat een van de genoemde oorzaken de reden is dat u de lening niet meer kon betalen.
Op basis van voorgaande aspecten stelt het WEW vast dat niet aan het criterium te goeder trouw is voldaan. Het feit dat uw burgerlijke staat niet correct is vermeld (geweest) door uw werkgever op uw loonstrook doet hier verder niets aan af.”
De Commissie stelt vast dat de garantie maandelijks daalt, waardoor het WEW niet de gehele restschuld vergoedt. Consument is hierover door geldverstrekker en het WEW geïnformeerd en behoorde naar het oordeel van de Commissie dan ook te weten dat geldverstrekker het resterende deel op hem mocht verhalen. De Commissie oordeelt dat Consument ook het resterende deel van de restschuld aan geldverstrekker dient te voldoen. De Commissie wijst de vordering af.
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668