Eiser is van 20 augustus 2011 tot 29 augustus 2017 gehuwd geweest met mevrouw [C] (de ex-partner). De ex-partner heeft de echtelijke woning aan de [adres] te [plaats] (de eigen woning) in de tweede helft van het jaar 2015 verlaten. Eiser is in de eigen woning, die gemeenschappelijk eigendom is, blijven wonen. Eiser heeft de volledige hypothecaire lening van de eigen woning in 2016 betaald.
Niet in geschil is dat de eigen woning voor 50 procent in eigendom is van eiser en dat in 2016 geen sprake was van fiscaal partnerschap. Op grond van artikel 3.111, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB zijn de voordelen uit eigen woning en dus ook de aftrekbare kosten op grond van het eigendom van de woning voor 50 procent aan eiser toerekenbaar. Gelet hierop heeft verweerder terecht 50 procent van de hypotheekrente in aftrek toegelaten.
Op grond van artikel 3.1, tweede lid, onderdeel j, en artikel 6.1. van de Wet IB komen als persoonsgebonden aftrek in aanmerking de in het kalenderjaar op de belastingplichtige drukkende persoonsgebonden aftrekposten. Uitgaven voor onderhoudsverplichtingen worden als persoonsgebonden aftrek aangemerkt.
Gelet op artikel 6.3, eerste lid, van de Wet IB zijn onderhoudsverplichtingen, voor zover hier van belang, onder meer periodieke uitkeringen en verstrekkingen op grond van een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende verplichting of in rechte vorderbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen die berusten op een dringende morele verplichting tot voorziening in het levensonderhoud.
Op eiser rust de bewijslast om feiten en omstandigheden aannemelijk te maken dat hij recht heeft op aftrek wegens onderhoudsverplichtingen.
Met hetgeen door eiser is overgelegd is hij niet in zijn bewijslast geslaagd. Een deel van de betaalde hypotheekrente kan eiser niet als onderhoudsverplichting in aftrek brengen. In het jaar 2016 is er namelijk geen sprake van een uit het familierecht voortvloeiende verplichting en ook niet van een in rechte vorderbare periodieke uitkering en verstrekking. De onderhoudsverplichting begint namelijk pas op 23 januari 2017 en kan dan niet in het belastingjaar 2016 in aftrek worden gebracht. Bovendien is bij de berekening van de draagkrachtmeting voor het vaststellen van de hoogte van de partneralimentatie al rekening gehouden met het feit dat eiser alle hypotheekrente voor zijn rekening neemt.
Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in 2016 het volledige economische eigendom van de eigen woning had.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99