De belastinginspecteur stelde dat alleen de facturen die na de schenkingsdatum van 16 december 2013 zijn betaald vallen onder de regeling van de tijdelijk verruimde vrijstelling. Met betrekking tot de facturen ter grootte van in totaal € 79.332,71, die zijn betaald vóór de schenkingsdatum, is volgens de Inspecteur niet voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de tijdelijk verruimde vrijstelling van schenkbelasting.
De enkele omstandigheid dat een begiftigde uitgaven voor verbetering of onderhoud van de eigen woning aanvankelijk financiert uit eigen middelen of een daartoe aangegane lening en pas nadien de schenking ontvangt, zodat de uitgaven ter zake van de verbetering of het onderhoud niet van meet af aan zijn voldaan uit de geschonken gelden, behoeft niet in de weg te staan aan de toepassing van de (tijdelijke verruiming van de) eenmalig verhoogde vrijstelling voor de schenkbelasting voor schenkingen die verband houden met de eigen woning.
Het Hof is van oordeel dat de vrijstelling kan worden toegepast indien de begiftigde aannemelijk maakt dat hij al ten tijde van het voldoen van de kosten van verbetering of onderhoud het oogmerk had om die kosten te financieren uit de schenking en de schenking ook daadwerkelijk door de schenker is betaald ter uitvoering van dit oogmerk.
Uit de door de Inspecteur ingebrachte stukken is op te maken dat op 1 juli 2013 het eerste contact tussen belanghebbende en de aannemer heeft plaatsgevonden, belanghebbende op 4 september 2013 een offerte voor de verbouwing heeft ontvangen, belanghebbende op 19 september 2013 de opdrachtbevestiging heeft ondertekend en de verbouwingswerkzaamheden op 19 oktober 2013 zijn aangevangen. Belanghebbende heeft gesteld dat zij de verbouwing pas heeft laten doorgaan na overleg met haar (thans overleden) vader, waarbij hij aangaf “dat het financieel wel goed zou komen”. Met die enkele stelling heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat op het moment van ondertekening van de opdrachtbevestiging redelijkerwijs te verwachten was dat zij met het oog op die verbouwingskosten de schenking van € 100.000 zou ontvangen.
Tot slot heeft belanghebbende nog gesteld dat in civielrechtelijke zin is betaald bij de oplevering in 2014, zodat de kosten van de verbouwing na de schenking zijn voldaan. Belanghebbende heeft daartoe aangevoerd dat pas op het moment van oplevering de definitieve verplichting is ontstaan tot voldoening van de tegenprestatie. Dit betoog faalt. Belanghebbende miskent met haar stelling dat met de voldoening van de termijnbetalingen bevrijdend is betaald op de hoofdsom.
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen vindt de tijdelijke verruiming van de eenmalige vrijstelling van schenkbelasting tot een bedrag van € 100.000 geen toepassing op de reeds betaalde verbouwingskosten vóór 16 december 2013. Het hoger beroep van de Inspecteur is gegrond.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99