Als Consument erachter komt, meldt hij de fraude direct bij bank en politie. Van de bank vordert hij terugbetaling van alle bedragen die het familielid aan zichzelf heeft overgemaakt.
De heimelijke overboekingen die het familielid naar zijn eigen bankrekening heeft gedaan, zijn niet-toegestane betalingstransacties. Wanneer een consument direct na ontdekking van niet-toegestane betalingen de bank waarschuwt, bepaalt de wet dat de bank de niet-toegestane betalingen van de laatste dertien maanden in beginsel moet terugbetalen.
Ten aanzien van betaaldiensten bevat het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) een regeling in artikel 7:524 en verder. De nummering van deze bepalingen is in februari 2019 gewijzigd; hierna zal worden verwezen naar de wettekst die van toepassing was ten tijde van de voor deze procedure relevante betalingen. In artikel 7:524 (oud) BW is bepaald dat de consument bij het gebruik van een betaalinstrument (zoals een bankpas) zich moet houden aan voor de uitgifte en het gebruik geldende voorwaarden. Ook moet de consument op grond van deze bepaling alle redelijke maatregelen nemen om de veiligheid van de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken daarvan te waarborgen. Verder is artikel 7:529 lid 2 (oud) BW van belang. Op grond van dit artikel blijft een verlies als gevolg van een niet-toegestane betalingstransactie voor rekening van de consument als deze frauduleus heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid zijn verplichtingen voor veilig gebruik van het betaalinstrument niet is nagekomen. Vervolgens staat in artikel 7:529 lid 3 (oud) BW dat de aansprakelijkheid op grond van artikel 7:529 lid 2 (oud) BW kan worden beperkt als de omstandigheden van het geval daartoe aanleiding geven en niet frauduleus of opzettelijk is gehandeld.
Een uitzondering wordt gemaakt als consument frauduleus, opzettelijk of grof nalatig heeft gehandeld. De Commissie van Beroep oordeelt dat daarvan in dit geval geen sprake was. Verder bepaalt de wet dat een bedrag van ten hoogste € 150,- voor rekening van consument komt als consument nalatig heeft gehandeld. De Commissie van Beroep is van oordeel dat daarvan in dit geval wel sprake is. Consument krijgt dus van de bank de betalingen van de laatste dertien maanden minus een bedrag van € 150,- terug.
Dat de schoonzoon X Online Bankieren alleen heeft kunnen installeren met gebruikmaking van de bankpas van Consument, diens pincode en zijn X scanner, zoals de Bank stelt en door Consument niet althans onvoldoende is betwist, betekent niet dat Consument hiervoor ook toestemming heeft gegeven. [....] Consument heeft steeds aangevoerd dat hij nooit zijn pincode en/of bankpas heeft afgegeven en dat hij niemand heeft gemachtigd om hem te vertegenwoordigen voor betalingen. Ook heeft hij aangevoerd dat hij niet ingestemd heeft met de registratie van de mobiele telefoon van zijn schoonzoon als onderdeel van X Online Bankieren voor zijn rekeningen waarmee de schoonzoon zelfstandig over de bankrekening van Consument kon beschikken. Consument kan niet overweg met computers en mobiele telefoons. Hij heeft voor het telebankieren vertrouwd op de hulp van zijn schoonzoon. Dit één en ander is door de Bank niet (gemotiveerd) betwist. De Commissie van Beroep acht het aannemelijk dat de schoonzoon de X Bankieren app heeft kunnen installeren op zijn eigen mobiele telefoon om daarmee over de rekeningen van Consument te kunnen beschikken.
Bron: Kifid
Fintool redactie: wellicht had een 'handtekeningenkaart' bovenstaand probleem kunnen voorkomen, al blijft het 'bijzonder' dat de Commissie meegaat in de (onvoldoende betwiste) stelling van Consument dat er geen toestemming is verleend.
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99