Dit betekent dat elk jaar levenswinst zich vertaalt in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.
De koppeling van de pensioenrichtleeftijd aan de levensverwachting wordt op vergelijkbare wijze aangepast.
In het afgelopen decennium zijn er verscheidene wetswijzigingen geweest rond de AOW-leeftijd. Met de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) is in 2012 de AOW-leeftijd geleidelijk verhoogd. Daarnaast is de koppeling van de AOW-leeftijd aan de ontwikkeling van de levensverwachting geïntroduceerd. In 2015 is met de Wet versnelling stapsgewijze verhoging AOW-leeftijd de verhoging versneld. In 2019 is vervolgens met de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd een vertraging aangebracht in de stapsgewijze verhoging tot en met 2024.
Door de minder snelle verhoging van de AOW-leeftijd kunnen oudere werknemers die nu vlak voor hun pensioen staan en geboren zijn tussen 31 augustus 1953 en 1 januari 1958, eerder met pensioen.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99