“Bij overlijden van uzelf of uw eventuele partner gedurende de looptijd van het krediet zal indien het overlijdensrisico niet of niet voldoende is verzekerd, de restantschuld door de overblijvende partner of de nabestaanden moeten worden voldaan. Het resterende besteedbare inkomen van de overblijve nde partner kan onvoldoende zijn om de maandtermijnen te blijven betalen. Als er geen sprake is van een partner kan het onwenselijk zijn dat de nabestaanden de restantschuld dienen te voldoen.
Bent u bereid het overlijdens risico te accepteren? JA"
Door onderbemiddeling van Aangeslotene hebben Consument en de Man vervolgens op 22 januari 2016 een doorlopend krediet afgesloten van € 44.500,00.
Enige tijd later heeft de Man een overlijdensrisicoverzekering (hierna: ‘de ORV’) aangevraagd op zowel het leven van Consument als op het leven van de Man.
Aangeslotene vindt dat hij gehandeld heeft als een redelijk bekwaam en redelijk handelend tussenpersoon doordat hij de herinnering op 22 juni 2016 per e-mail aan Consument en de Man heeft doorgestuurd met het verzoek ‘hier nog even zorg voor te dragen’. Meer inspanningen mochten van hem niet worden verlangd. De Commissie volgt Aangeslotene hierin niet. Van Aangeslotene als assurantietussenpersoon mag een actievere houding worden verwacht dan het enkel doorsturen van de herinnering op 22 juni 2016 aan Consument en de Man. Nadat hij geen reactie van Consument of de Man binnen redelijke termijn had ontvangen, had Aangeslotene contact met Consument en de Man moeten opnemen om hen duidelijk te maken dat de ORV pas zou zijn afgesloten nadat zij het aanbod hadden aanvaard. Door dit na te laten heeft Aangeslotene niet de benodigde zorg jegens Consument in acht genomen.
Omdat vaststaat dat Aangeslotene is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen jegens Consument, moet worden beoordeeld of Aangeslotene aan Consument schade-vergoeding moet betalen. Uitgangspunt bij de vaststelling van de schade is dat de benadeelde in de positie moet worden gebracht waarin de benadeelde zou hebben verkeerd indien van een tekortkoming geen sprake was geweest. Het is hierbij aan Consument om aan te tonen dat zij schade heeft geleden die het gevolg is van zorgplichtschending door Aangeslotene. Naar het oordeel van de Commissie heeft Consument dit niet gedaan.
Niet gebleken is dat de Man de ORV met deze afwijkende voorwaarden wilde accepteren. Evenmin is gebleken dat de ORV na het overlijden van de Man tot uitkering zou zijn gekomen, als deze was afgesloten. Wellicht kan het door Credit Life AG gedane afwijkende voorstel voor de ORV uitsluitsel bieden. Maar ondanks verzoeken daartoe van de Commissie heeft Consument dit afwijkende voorstel niet overgelegd, zodat de Commissie dit niet bij haar beoordeling kan betrekken. De gevolgen daarvan komen voor rekening van Consument.
De Commissie oordeelt dat Aangeslotene onvoldoende zorg heeft betracht door niet nogmaals contact te zoeken met Consument en haar echtgenoot in verband met het uitblijven van een reactie op het aanbod van de verzekeraar tot het afsluiten van de ORV. Niet is komen vast te staan dat de zorgplichtschending door Aangeslotene tot schade aan de zijde van Consument heeft geleid. De vordering wordt afgewezen.
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668