Een lening in 2010 voor een auto, een lening in 2012 voor een opleiding van hun zoon en een lening in 2013 ten behoeve van de betaling van een belastingaanslag.
Het beroep op verjaring slaagt niet. Het gaat om leningen waarbij niet is afgesproken op welk moment moet worden terugbetaald. In dat geval begint de verjaring pas te lopen op het moment dat de lening wordt opgeëist (artikel 3:370 lid 2 BW). Dat is gebeurd in 2014.
[eiser sub 1] heeft nadat de bedragen in 2014 zijn opgeëist niet stilgezeten en heeft meerdere malen aan [gedaagde] laten weten dat de leningen moesten worden terugbetaald. Daarom is er geen sprake van rechtsverwerking.
De kantonrechter wijst de vordering van de schoonouders toe voor wat betreft de lening voor de auto en de belastingschuld. De lening voor de opleiding van de zoon wordt niet (deels) toegerekend aan de ex-schoondochter.
De vordering tot vergoeding van de wettelijke rente heeft de kantonrechter afgewezen. Bij een lening tussen natuurlijke personen moet uitdrukkelijk worden afgesproken dat de wettelijke rente moet worden vergoed (artikel 19c lid 1 BW) en dat is niet gebeurd.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668