Tegelijkertijd komt er binnen de NOW-3 meer ruimte voor werkgevers om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. Naarmate de crisis langer duurt, moeten bedrijven die langdurig omzetverlies lijden, hun bedrijfsvoering kunnen aanpassen.
Vanwege het belang van aanpassingen aan de veranderde economische omstandigheden is er binnen de NOW-3 voor gekozen om het vergoedingspercentage voor de loonsom per tranche langzaam te verlagen: in de derde tranche (oktober-december 2020) bedraagt dit percentage 80%, in de vierde tranche (januari-maart 2021) bedraagt het vergoedingspercentage 70% en in de vijfde tranche (april- juni 2021) 60% van de loonsom; daarbij blijft de forfaitaire opslag die gold bij de NOW-2 (40%) in stand. Na overleg met sociale partners heeft het kabinet er voor gekozen om een beperkt deel van de NOW te benutten voor scholing en van-werk-naar-werk-trajecten. Van het vergoedingspercentage van 90% in de eerste tranche wordt 10% ingezet om daar ruimte voor te creëren. Het vergoedingspercentage dat rechtstreeks naar bedrijven gaat, wordt hierdoor in de derde tranche 80%.
Tegelijkertijd biedt de NOW-3 werkgevers de ruimte de loonsom voor een bepaald percentage te laten dalen als dit nodig wordt geacht, zonder dat dit gevolgen heeft voor het subsidiebedrag. Het vrijstellingspercentage voor de loonsom loopt (per tranche) geleidelijk op; van 10% in de derde tranche, naar 15% in de vierde tranche tot 20% in de vijfde tranche.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99