Volgens Consument heeft de Adviseur in het oriëntatiegesprek gezegd dat het geen probleem zou zijn om een financiering te krijgen. De Adviseur heeft dit betwist en aangevoerd dat hij altijd een slag om de arm houdt in oriëntatiegesprekken.
Consument heeft het adviestraject afgebroken omdat de financiering niet haalbaar was in verband met haar inkomen over de voorgaande jaren. In verband met deze situatie is het aannemelijk dat Consument in het oriëntatiegesprek niet duidelijk geworden is dat haar inkomen over de voorgaande jaren van belang was. Ook is het aannemelijk dat, als zij zich wel bewust was van het belang van haar inkomen over de voorgaande jaren, zij aan de Adviseur verteld had dat haar inkomen in de voorgaande jaren aanzienlijk lager was.
Gelet op deze situatie is het voor de Commissie komen vast te staan dat het inkomen van Consument niet uitgebreid genoeg besproken is in het oriëntatiegesprek. Nu Consument een tijdelijk dienstverband had, had het wel op weg van de Adviseur gelegen om in dat gesprek er duidelijk op te wijzen wat de consequenties van een tijdelijk dienstverband zijn.
Aan de andere kant had Consument zelf ook een rol in het gesprek over haar werkgeversverklaring. Zeker gelet op haar achtergrond in de financiële sector had zij nadere vragen kunnen stellen aan de Adviseur. Als de werkgeversverklaring niet uitvoerig besproken is, komt dat dus ook gedeeltelijk voor rekening van Consument.
De Commissie is van oordeel dat het inkomen van Consument kennelijk niet uitgebreid genoeg besproken is in het oriëntatiegesprek.
Op basis van alle omstandigheden van het geval is er aanleiding om de advieskosten te matigen. De Commissie wijst de vordering gedeeltelijk toe en beslist dat de Adviseur (van het factuurbedrag van € 1.225,-) ten hoogste € 725,- in rekening mag brengen.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99