Bij familierechtelijke betrekkingen met meer dan één kind en bij adoptie bestaat voor ieder van die kinderen recht op uitkering.
Bij pleegkinderen, die op hetzelfde tijdstip feitelijk worden opgenomen, bestaat voor één kind recht op uitkering.
Werknemers die anders dan door adoptie of pleegzorg na de eerste verjaardag op hetzelfde adres komen te wonen als het kind van wie zij duurzaam de opvoeding en verzorging op zich nemen, hebben wel recht op onbetaald verlof, maar geen recht op uitkering. Hiermee blijft de bestaande situatie in stand.
Onderdeel C betreft een mogelijkheid om het percentage van de uitkering nog voor de inwerkingtreding van het wetsvoorstel aan te passen. De uitkering in verband met ouderschapsverlof bedraagt 50% van het dagloon van de werknemer, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet arbeid en zorg, doch ten hoogste 50% van het maximum dagloon. Voor de niet verzekerde werknemers bedraagt het percentage 50% van het wettelijk minimumloon.
Artikel 6:10a maakt het mogelijk de genoemde percentages voor de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel (2 augustus 2022) bij koninklijk besluit nog te wijzigen in 70%. Ten aanzien van dat koninklijk besluit geldt een voorhangprocedure bij het parlement. Deze vaste systematiek wordt in het wetsvoorstel vastgelegd voor het geval het volgende kabinet het uitkeringspercentage, net als bij het geboorteverlof, wil brengen op 70%.
Wijziging van het percentage na inwerkingtreding van het wetsvoorstel is alleen te realiseren via een wetswijziging, hetzelfde geldt voor het vaststellen van een ander percentage dan 70%.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99