MijnFintool

Nieuws

Onderzoek 45 dienstjaren/ uitstel pensioenwet

De nieuwe pensioenwet treedt een jaar later dan verwacht in werking: op uiterlijk 1 januari 2023. Het gezamenlijk streven van het kabinet, sociale partners en pensioenuitvoerders is en blijft om per 1 januari 2026 of waar mogelijk zelfs eerder de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel te kunnen maken. Dat schrijft minister Koolmees aan de Tweede Kamer.

Transitieperiode en transitie-ftk

In het pensioenakkoord is afgesproken dat sociale partners en pensioenuitvoerders vier jaar de tijd krijgen om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Daarbij werd uitgegaan van inwerkingtreding op 1 januari 2022. Ook bij inwerkingtreding op 1 januari 2023 krijgen partijen maximaal vier jaar de tijd voor de nodige aanpassingen, dus tot 1 januari 2027. Wel benadrukken alle betrokken partijen het belang van een snelle overgang, waarbij het streven is zo veel als mogelijk per 1 januari 2026 of eerder over te stappen naar het nieuwe stelsel. Met alle belanghebbende partijen wordt bekeken wat er nodig is om te zorgen dat partijen die al met ingang van 2023 over willen naar het nieuwe stelsel, dit ook kunnen doen.

Tijdens de overgang (transitie) van het oude naar het nieuwe pensioenstelsel geldt het transitie-ftk (financiële toetsingskader). Het uitgangspunt daarvan is dat tijdens de overgangsperiode al zoveel als mogelijk met de blik van het nieuwe stelsel naar de huidige situatie wordt gekeken.

Het transitie-ftk is onderdeel van de wetgeving en verschuift daarmee ook naar uiterlijk 1 januari 2023 tot uiterlijk 1 januari 2027. In overleg met betrokken partijen wordt bezien of het mogelijk is of het transitie-kader eerder in werking kan treden dan 1 januari 2023, mits het parlementaire proces dan is afgerond. In dat geval kan er bijvoorbeeld al eerder gebruik worden gemaakt van de voorgenomen verlaagde indexatiegrens. Voor het jaar 2022 zal blijven gelden dat in aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel onnodige kortingen worden voorkomen. Voornemen is om onder dezelfde voorwaarden als de voorgaande twee jaren in 2022 voor pensioenfondsen het aantal meetmomenten waarna aan het minimaal vereiste vermogen moet worden voldaan te verruimen, evenals de hersteltermijnen van het vereist eigen vermogen. Daarbij zal dus ook in 2022 een minimale dekkingsgraad van 90% worden gehanteerd.

Onderzoek 45 dienstjaren

Het onderzoek toont aan dat een regeling voor een pensioen na 45 dienstjaren niet de doelgroep bereikt waarvoor het is bedoeld, geen oplossing is voor zware beroepen en dat het technisch heel ingewikkeld is. Zo is van de meeste werknemers geen goed overzicht van het aantal dienstjaren omdat er geen aanleiding was dit centraal goed bij te houden. Ook voor werknemers was er geen reden hun gegevens langer te bewaren dan bijvoorbeeld voor de belastingaangifte nodig was. Zo kunnen er werkenden worden gemist die juist tot de doelgroep behoren.

Een dienstjarenregeling kan ook leiden tot ongewenst verschil in behandeling tussen mannen en vrouwen. Vaak hebben vrouwen minder dienstjaren doordat ze een tijd niet werken en vaker in deeltijd werken.

Het onderzoek laat zien dat een generieke en publiek gefinancierde dienstjarenregeling voor vervroegde uittreding niet het gewenste doel bereikt en zeer lastig uitvoerbaar is en bovendien juridisch kwetsbaar. Ook zouden er forse gevolgen zijn voor de overheidsfinanciën.

 

Bron: Rijksoverheid

Modules & dossiers

Opvoerdatum

11 mei 2021

Laatst gewijzigd

11 mei 2021

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1