Op basis van artikel 3.111, eerste lid, van de Wet IB 2001 is een eigen woning een gebouw voor zover dat belanghebbende of personen die behoren tot zijn huishouden anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van eigendom. Volgens het derde lid van dat artikel mag de woning ingeval van leegstand ook worden aangemerkt als eigen woning als belanghebbende aannemelijk maakt dat de woning binnen drie jaren door hem bewoond zal worden.
Belanghebbende stelt dat de woning als eigen woning moet worden aangemerkt en dus belast is als onderdeel van het inkomen uit werk en woning. De woning werd echter, op grond van het bepaalde in de notariële akte van levering, tot en met 31 augustus 2016 bewoond door de verkopers. Dat is ook tussen partijen niet in geschil.
Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de woning belanghebbende tot dat moment dan niet ter beschikking staat als bedoeld in het eerste lid van artikel 3.111 van de Wet IB 2001. Belanghebbende moest immers toestaan dat de verkopers in de woning bleven wonen. Omdat er ook geen sprake is van leegstand is het derde lid van artikel 3.111 van de Wet IB 2001 evenmin van toepassing. De woning is dan ook tot en met 31 augustus 2016 niet als eigen woning aan te merken. Dat belanghebbende vanaf de juridische levering de intentie heeft gehad om zelf in de woning te gaan wonen doet daaraan niet af.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668