MijnFintool

Nieuws

Coniferenhaag van 11 meter hoog levert onrechtmatige hinder op

[gedaagde] heeft de coniferenhaag in 2004 geplant om een vrij gevoel, natuur en privacy te behouden. De coniferenhaag heeft ten tijde van de descente in onderhavige procedure een hoogte bereikt van ongeveer 11 meter. Een coniferenhaag van het soort “Leylandii” groeit jaarlijks met gemiddeld 80 tot 100 centimeter.

Stelling [eiser]

[eisers] gronden hun vordering tot het snoeien van de coniferen op onrechtmatige hinder door het onthouden van licht (artikel 5:37 en 6:162 BW). Zij stellen daartoe het volgende. De hoogte van de coniferenhaag onthoudt voortdurend veel licht aan de achtertuin van [eisers]. Tijdens de hoogzomer maanden komt de zon nog maar net boven de coniferenhaag uit. Daarnaast is sprake van verminderde lichtinval in de woning en heerst op de begane grond en op de hogere verdiepingen een donkere sfeer. Dit leidt onder meer tot een afname van het woongenot.

Bekendheid ten tijde van koop woning

Het antwoord op de vraag of het onthouden van licht op grond van artikelen 5:37 en 6:162 lid 1 BW onrechtmatige hinder oplevert hangt af van de aard, de ernst en de duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in verband met de verdere omstandigheden van het geval, waaronder de plaatselijke omstandigheden. Mede van belang is of degene die zich beklaagt over de hinder, zich ter plaatste heeft gevestigd voor dan wel na het tijdstip waarop de hinder veroorzakende activiteiten een aanvang hebben genomen. In dat laatste geval zal hij een zekere mate van hinder eerder hebben te dulden.

7 of 11 meter

Tijdens de descente en de zitting is vastgesteld dat de coniferenhaag in 2015 ongeveer tot de dakrand van de woning van [eisers] kwam. Aan de hand van de bouwtekening van de woning van [eisers] is vastgesteld dat de coniferenhaag in 2015 grofweg zeven meter hoog was. Op dat moment was hinder vanwege de zeven meter hoge coniferenhaag voor [eisers] voorzienbaar. De onrechtmatigheid van de huidige situatie moet (onder meer) worden beoordeeld naar de huidige plaatselijke omstandigheden.

[Eisers] hebben wel een zekere mate van hinder hebben te dulden omdat zij hun perceel in april 2015 hebben gekocht en de coniferenhaag toen al op hoogte was. Op dat moment moet voor hen redelijkerwijs voorzienbaar zijn geweest dat zij daardoor enige mate van hinder in de vorm van lichtonthouding zouden ervaren. Om die reden bestaat geen aanleiding om de vordering van [eisers] toe te wijzen in die zin dat [gedaagde] de coniferenhaag terug moet snoeien naar een hoogte van twee meter.

Beslissing

De rechtbank beslist dat [gedaagde] de coniferenhaag terug dient te snoeien tot een hoogte van zeven meter en daarna jaarlijks tot die hoogte terug te snoeien.


Bron: Rechtspraak.nl

Modules & dossiers

Opvoerdatum

13 aug 2021

Laatst gewijzigd

13 aug 2021

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1