In artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Wet DB is bepaald dat een gedeeltelijke teruggaaf van hetgeen op aandelen is gestort, indien sprake is van zuivere winst, heeft te gelden als een opbrengst. Dit is anders indien van tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en de nominale waarde van de desbetreffende aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag worden verminderd.
Hieronder staat mijn beleid ten aanzien van de gevolgen voor het fiscaal erkend gestorte kapitaal bij een belaste teruggaaf van gestort kapitaal.
Wanneer een teruggaaf van kapitaal wordt beschouwd als een opbrengst in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Wet DB komt de vraag op of dat gevolgen heeft voor het fiscaal erkend gestorte kapitaal van de inhoudingsplichtige.
Ik ben van mening dat een dergelijke belaste teruggaaf niet leidt tot een vermindering van het fiscaal erkend gestorte kapitaal. Zou dit wel het geval zijn, dan kan de situatie ontstaan dat winst twee keer wordt belast met dividendbelasting. Ik licht dat toe aan de hand van het volgende voorbeeld.
A BV heeft eind 2018 een fiscaal erkend kapitaal van EUR 11 miljoen en betaalt ter grootte van EUR 10 miljoen een gedeelte van dat kapitaal terug. Op het moment van de terugbetaling verwachtte A BV begin 2019 voor eenzelfde bedrag als de terugbetaling winst te realiseren. De nominale waarde van de desbetreffende aandelen is door A BV niet verminderd. Nadat de winst in 2019 daadwerkelijk is gerealiseerd, wordt A BV geliquideerd. De liquidatie-uitkering bedraagt EUR 11 miljoen.
De teruggaaf in 2018 is belast volgens artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Wet DB, omdat zuivere winst ook binnen afzienbare tijd te verwachten winst omvat1 en de nominale waarde van de aandelen niet met een gelijk bedrag is verminderd. Zou het fiscaal erkend gestorte kapitaal als gevolg van de teruggaaf eind 2018 worden verminderd naar EUR 1 miljoen, dan zou de liquidatie-uitkering in 2019 volgens artikel 3, eerste lid, onderdeel b, Wet DB voor EUR 10 miljoen worden belast. De uitkering overstijgt dan immers voor EUR 10 miljoen het gestorte kapitaal. Resultaat is dat over dezelfde zuivere winst twee keer dividendbelasting verschuldigd zou zijn.
Het hiervoor beschreven resultaat van dubbele heffing, door toepassing van de fictie van artikel 3, eerste lid, onderdeel d, Wet DB, is ongewenst. De fictie bepaalt namelijk dat in plaats van kapitaal winst wordt uitgekeerd. Deze (fictieve) uitkering van winst mag dan geen effect hebben op het fiscaal erkend gestorte kapitaal van de vennootschap. In het genoemde voorbeeld is daarom geen sprake van een belaste liquidatie-uitkering.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668