De verruiming regelt allereerst dat de maximale duur om zelfstandige woonruimte tijdelijk te kunnen verhuren met één jaar wordt verlengd tot maximaal drie jaar. Daarnaast wordt het mogelijk om een tijdelijk huurcontract (maximaal) één keer te verlengen, zonder dat daarbij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat, waarbij de (totale) maximumtermijn tevens drie jaar dient te zijn. Voor de verhuur van onzelfstandige woonruimte geldt dat de huidige maximumtermijn van vijf jaar ongewijzigd blijft. Wel wordt het door de verruiming ook hier mogelijk om maximaal één keer een verlenging overeen te komen, met dien verstande dat het totaal van de termijnen de vijf jaar niet overschrijdt. De verruiming regelt ook dat er een minimumduur in contracten kan worden opgenomen waarbinnen de huurder niet kan opzeggen. Het onderhavige wetsvoorstel maakt de verruiming op al deze punten ongedaan.
Tijdens de plenaire behandeling op 6 juli 2021 van de Evaluatiewet Woningwet in de Eerste Kamer is gebleken dat er bij de leden van de Eerste Kamer breed gedeelde bezwaren bestaan tegen de in het wetsvoorstel opgenomen verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur, maar dat de overige onderdelen van het wetsvoorstel wel op haar steun kunnen rekenen. Volgens enkele fracties zou de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur ervoor zorgen dat tijdelijke huurcontracten steeds meer de norm worden en leiden tot een verzwakking van de (juridische) positie van huurders. Daarnaast is de evaluatie van de Wet doorstroming huurmarkt 2015 gelijktijdig met de behandeling van de Evaluatiewet Woningwet naar de Eerste Kamer gestuurd. Enkele fracties zijn van mening dat deze evaluatie eerst dient te worden bestudeerd en besproken alvorens er wijzigingen in de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur worden doorgevoerd.
Teneinde te bereiken dat het wetsvoorstel toch zou worden aangenomen door de Eerste Kamer en, zoals beoogd, per 1 januari 2022 in werking zou kunnen treden, heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegezegd zo snel als mogelijk met een voorstel voor een reparatiewet te komen. Daaraan wordt met dit wetsvoorstel invulling gegeven door voornoemde verruiming van de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur terug te draaien. Tijdens de plenaire behandeling in de Eerste Kamer is naar voren gekomen dat een reparatiewet de voorkeur heeft boven de route van een uitstel van de inwerkingtreding van het bediscussieerde onderdeel in combinatie met een novelle. Zowel de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als meerdere fracties in de Eerste Kamer hebben uitgesproken dat de Tweede Kamer de gelegenheid moet krijgen om zich uit te spreken over het terugdraaien van de verruiming, zonder dat de inwerkingtreding van de Evaluatiewet Woningwet daartoe (mogelijkerwijs) vertraging dient op te lopen. Na de toezegging van de komst van een reparatiewet is het wetsvoorstel Evaluatiewet Woningwet met algemene stemmen aangenomen door de Eerste Kamer.
De beoogde inwerkingtredingsdatum van dit wetsvoorstel is niet later dan 31 december 2021. Deze datum is gekozen omdat de inwerkingtreding van de Evaluatiewet Woningwet is beoogd op 1 januari 2022. Het wetsvoorstel is voorzien van overgangsrecht, zie daarover nader de toelichting op artikel III. Dat overgangsrecht is niet nodig als het wetsvoorstel voor of op 1 januari 2022 in werking treedt, omdat de bepalingen in de Evaluatiewet Woningwet die de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur verruimen dan nooit van kracht worden.
Bron: Rijksoverheid
23/11/2021 toevoeging nnav
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668