In de Actieagenda Wonen, die begin dit jaar is gepubliceerd, hebben woningmarktpartijen en andere betrokken organisaties voorstellen geformuleerd om daaraan tegemoet te komen. Eén van de voorstellen is een Nationaal Koopstartfonds met de ambitie om jaarlijks 10.000 woningen extra op basis van de bestaande KoopStart-regeling beschikbaar te krijgen voor koopstarters. Met de Koopstart-regeling zijn deze woningen beter bereikbaar voor koopstarters met een middeninkomen. Het voorstel is dat Rijk, gemeenten en ontwikkelaars gezamenlijk voor de financiering van het Koopstartfonds zorg dragen. In opdracht van het ministerie van BZK en NEPROM is een verkenning uitgevoerd naar de verdere uitwerking en haalbaarheid van het Koopstartfonds.

KoopStart-regeling

De KoopStart-regeling is een al bestaande regeling, die ook al wordt toegepast door gemeenten en ontwikkelaars. De regeling werkt met een korting op de marktprijs. Bij de verdere uitwerking is verondersteld dat de korting 25% van de verkoopprijs vrij op naam is. Uitgaande van een verkoopprijs van € 325.000, gelijk aan de huidige NHG-kostengrens, bedraagt de korting € 81.250. Hierdoor is de koopwoning voor koopstarters met een middeninkomen beter bereikbaar. De korting is geen subsidie. Bij verhuizing van de koopstarter dient de korting namelijk te worden terugbetaald plus een deling van de waardeontwikkeling.

Fair Value-balans

De verhouding tussen de hoogte van de korting en de mate waarin de waardeontwikkeling wordt gedeeld, staat bekend als de Fair Value-balans. Aan de Fair Value-balans liggen een aantal uitgangspunten ten grondslag. De belangrijkste daarvan is dat vanuit het gezichtspunt van de koper sprake dient te zijn van een faire balans. Momenteel is de Fair Value-balans 1 : 1,5. Dat impliceert dat bij een korting van 25% de verkoper 37,5% van de waardontwikkeling ontvangt.

Deze Fair Value-balans geldt ook voor andere vormen van Verkoop onder Voorwaarde, zoals KoopGarant en Slimmer Kopen. Voor woningcorporaties is deze verhouding vastgelegd op basis van een ministeriële regeling. Voor andere partijen dan woningcorporaties geldt deze verplichting niet, maar het ligt voor de hand dat de Fair Value-verhouding wel wordt toegepast.

Bron: Rijksoverheid