Neem nu een abonnement op Fintool.nl
De betrouwbare vraagbaak voor financiële dienstverleners.
Abonneren Bekijk alle diensten
1 mrt 2022 Nieuws

Oversluiten hypotheek en overlijdensrisicoverzekering

De consument verwijt de bank dat zij verwijtbaar heeft gehandeld door onvoldoende rekening te houden met het belang van zijn moeder in geval van het overlijden van de vader.
  • Dagelijkse e-mail nieuwsbrief
  • Kennisbank met 1000+ artikelen
  • Rekenmodellen en downloads
  • Persoonlijk archief
  • Inclusief Permanent Actueel module!!

De ouders van de consument hadden voor hun woning een hypotheek op basis van annuïteiten met een risicoverzekering. In het geval van overlijden van één van beiden werd met het uit te keren kapitaal de restschuld van de lening afgelost.

In maart/april 2003 hebben de ouders van de consument met de bank gesproken over een hypothecaire lening in verband met de aankoop van een nieuwe woning. Toen bleek dat de bestaande hypotheek niet kon worden meegenomen. De ouders van de consument hebben daarom een nieuwe hypotheek afgesloten, gedeeltelijk aflossingsvrij (voor € 150.000,-) en gedeeltelijk niet-aflossingsvrij (voor € 75.000,-).

De beoordeling

De commissie moet de vraag beantwoorden of de bank toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar zorgplicht door bij de advisering van de M-verzekering in 2003 onvoldoende rekening te houden met het financiële risico dat de moeder van de consument liep bij tussentijds overlijden van de vader. Het bewijs dat de bank haar zorgplicht geschonden heeft, moet in beginsel door de consument worden geleverd. Uit het dossier blijkt in elk geval dat de moeder met de M-verzekering meer risico liep dan voordien met de overlijdensrisicoverzekering.

Dossiervorming..

Van de bank als assurantietussenpersoon en adviseur mag worden verwacht dat zij niet volstaat met een blote betwisting van de stellingen van de consument. Op haar rust een verzwaarde motiveringsplicht op grond waarvan zij de consument gegevens moet verschaffen die zich in haar ‘domein’ bevinden en die de consument in staat stellen om zijn bewijs rond te maken. De bank stelt dat de gesprekken in maart/april 2003 die tot de hypothecaire geldlening en de verzekering hebben geleid niet meer te reconstrueren zijn en dat zij niet meer beschikt over het in 2003 verstrekte hypotheekadvies, maar dat uit een reconstructie blijkt dat het advies indertijd als passend kan worden beschouwd.

Naar het oordeel van de commissie heeft de bank hiermee niet voldaan aan haar verzwaarde motiveringsplicht. Het ligt op de weg van de bank om het adviesdossier en de gespreksverslagen, die zich in haar domein bevinden, te bewaren voor ten minste de periode dat de hypotheek en de verzekering lopen om in kwesties als de onderhavige de nodige informatie daaruit aan te kunnen leveren.

Omkering

Omdat de bank haar verzwaarde motiveringsplicht heeft geschonden en zij niet in staat is de consument aanknopingspunten voor nadere bewijslevering te geven, neemt de commissie als vaststaand aan dat de bank de moeder van de consument niet over het financiële risico bij overlijden van de man voor het einde van de looptijd heeft voorgelicht. En dat betekent dat de bank haar zorgplicht jegens de consument heeft geschonden en dat zij aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade.

Matiging

Maar de schade bedraagt niet het verschil tussen de resterende schuld van de M-potheek op het moment van overlijden van de vader en de uitkering onder de M-verzekering. De ouders van de consument zouden namelijk voor de ruimere overlijdensrisicodekking een hogere premie aan de verzekeraar verschuldigd zijn geweest. En het hogere deel van de premie hebben zij bespaard en moet van de gestelde schade worden afgetrokken.

Extra premie

De actuaris van het Kifid heeft vervolgens vastgesteld dat een extra premie van € 36,- per maand een acceptabele schatting is. De verzekeraar zou dan tot het overlijden van de vader van de consument een extra premie van 194 maanden van € 36,- in rekening hebben gebracht, wat tot een totaal aan extra premie van € 6.984,- leidt. Het verschil tussen de schuld van de consument aan de bank na aftrek van de uitkering onder de M-verzekering bedraagt € 8.534,-. Na aftrek van de bespaarde premies van € 6.984,- resteert een schadebedrag van € 1.550,-.

 

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Bron: Kifid

Downloads

Downloads zijn alleen beschikbaar voor abonnees. Log graag in of neem een abonnement.

Lees ook…

Belang dossiervorming

Consument verwijt zijn Tussenpersoon dat deze hem verkeerd heeft geadviseerd over zijn arbeidsongeschiktheidsverzekering en hem bovendien niet heeft gewezen op de FBV clausule op het polisblad, waardoor Consument schade heeft.

Explaindossier? Zorg voor dossiervorming.

Een consument stelt dat de geldverstrekker aan overkreditering heeft gedaan. Consument stelt dat de geldverstrekker onderzoek had moeten doen naar de financiële haalbaarheid van de geldlening.

Kifid: zorg voor adequate dossiervorming

In een tweetal uitspraken van Kifid is de adviseur (deels) veroordeeld tot een vergoeding als gevolg van een onvolledige dossiervorming.

Kifid: onvoldoende dossiervorming

De Commissie is van oordeel dat de Adviseur toerekenbaar tekort is geschoten door de wensen en voorkeuren van Consument niet in kaart te brengen c.q. de wensen en voorkeuren niet zodanig vastleggen dat daaruit ondubbelzinnig de betreffende wensen en voorkeuren van Consument kunnen worden afgeleid.

Adresgegevens

Fintool
Vlinderweg 2 | Unit 0.24
2623 AX Delft

Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668

Fintool bv © 2003/2023. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.