post b 8 (het schilderen en stukadoren van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van ingebruikneming): in onderdeel 3 van de toelichting is de tekst over de vaststelling van de tweejaarstermijn verduidelijkt;
POST B 8
1. Inhoud van de post
het schilderen en stukadoren van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming;
2. Woningen
Woningen zijn onroerende zaken die zijn bestemd voor permanente bewoning door particulieren. Het tijdelijk leegstaan ontneemt aan de onroerende zaak niet zijn karakter van woning.
Het maakt niet uit of de onroerende zaak eigendom is van de bewoner of dat hij de onroerende zaak huurt.
Bij een (semi-) permanent verblijf in bijvoorbeeld een bejaarden-, verpleeg- of verzorgingsinstelling worden de ruimten in die instelling die ter beschikking staan van de bewoner aangemerkt als woningen in de zin van de post.
Als woning zijn verder aan te merken de aanleunwoning, de studentenflat, het klooster voor zover in gebruik voor permanente bewoning en de zogenoemde ‘tweede’ woning als permanente bewoning daarvan is toegestaan.
Garages, schuren, serres en aan- en uitbouwen vallen onder het begrip woning als zij zich bevinden op hetzelfde perceel als de woning. Garages die tot hetzelfde gebouwencomplex behoren als woningen (bijv. parkeergarages onder door particulieren bewoonde flats in een flatgebouw) worden ook tot de woning gerekend. De bij een woning behorende tuin valt onder het begrip woning.
De gemeenschappelijke ruimtes in appartementen, bejaardentehuizen/ aanleunwoningen, verpleeg- en verzorgingsinstellingen e.d. (zoals de hal, het trappenhuis, de eetzaal, de recreatieruimte e.d.) volgen het regime dat geldt voor de particuliere woongedeelten.
Niet als woningen zijn aan te merken:
– bedrijfsgebouwen en -ruimtes;
– afzonderlijke garageboxen;
– vakantiewoningen waarvan permanente bewoning niet is toegestaan;
– hotels/pensions;
– asielzoekerscentra;
– ziekenhuizen;
– internaten.
Panden die deels als woning en deels als bedrijfspand worden gebruikt (bijvoorbeeld woon/winkelpanden) mogen in hun geheel als woning worden aangemerkt. Het is daarbij niet relevant of het pand is gesplitst in appartementsrechten. Daarbij geldt de voorwaarde dat de panden voor meer dan 50% voor particuliere bewoning worden gebruikt. Bij een percentage van 50% of minder mag het deel dat voor particuliere bewoning wordt gebruikt voor de toepassing van het btw-tarief worden afgesplitst.
Zie verder het besluit.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99