Op 17 mei 2022 hebben de huiseigenaren laten weten dat X op grond van artikel 6:150d BW in de rechten van de geldverstrekker als hypotheekhouder is getreden. Daarbij is een overeenkomst, gedateerd 16 mei 2022, overgelegd. Diezelfde dag heeft X aan de geldverstrekker € 349.410,77 betaald, zijnde het bedrag dat huiseigenaar volgens opgave van de geldverstrekker aan de geldverstrekker verschuldigd was.
Eisers (huiseigenaren) willen de executieveiling die gepland staat voor 23 mei 2022 tegenhouden.
De conclusie is dus dat de geldverstrekker, als opdrachtgever van de executoriale verkoop die op 23 mei 2022 staat gepland, geen belang meer heeft bij deze executoriale verkoop als X rechtsgeldig de schuld van [eiseres sub 1] heeft betaald.
De bank heeft aangevoerd dat zij niet gerechtigd is of gehouden is de betaling door X te accepteren, omdat niet gebleken is van enig belang van X bij de betaling die zij voor [eiseres sub 1] heeft gedaan en de herkomst van het geld dat is overgemaakt niet duidelijk is. De geldverstrekker heeft daarbij gewezen op haar verplichtingen ingevolge de Wwft.
Bij de mondelinge behandeling is namens X toegelicht dat haar belang, hoewel zij geen filantropische instelling is, ideëel is. De bestuurder van X heeft namelijk, zo is uitgelegd, sympathie voor en voelt betrokkenheid bij de strijd die [eiseres sub 1] voert tegen de Belastingdienst. Vanuit die invalshoek is de betaling gedaan. X realiseert zich dat zij de betaling heeft gedaan (en ook zonder enig voorbehoud of beroep op nietigheid van de betalingen, gestand zal doen) om een hypotheekrecht te lossen op een pand waarop meerdere zekerheden en beslagen rusten. Dat heeft zij er voor over.
Zoals de voorzieningenrechter heeft besproken tijdens de mondelinge behandeling is dit een merkwaardige zaak, waarvan begrijpelijk is dat de implicaties voor de geldverstrekker moeilijk te overzien zijn. Uitgangspunt zou naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter moeten zijn dat een betaling ter lossing van een schuld in het belang van de schuldenaar moet worden geaccepteerd.
...
...
De voorzieningenrechter kan zich echter voorstellen dat een en ander een toets aan de Wwft vereist en dat de geldverstrekker zich dus goed wenst te beraden of zij de betaling kan accepteren. Ook in dat geval is het niet wenselijk dat de geplande parate executie van 23 mei 2022 wordt doorgezet. De uitkomst van dit beraad en een eventueel daaruit volgend Wwft onderzoek staat namelijk niet zonder meer vast.
De executoriale verkoop van het pand wordt opgeschort.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668