Op 16 november 2015 hebben de consument en haar toenmalige partner (hierna: expartner) een oriëntatiegesprek gehad bij de bank.
Op 7 december 2015 heeft de ex-partner van de consument een voorlopig koopcontract getekend voor een woning waar hij samen met de consument zou gaan wonen. Deze koopovereenkomst stond alleen op naam van de ex-partner van de consument. De consument werd dus geen mede-eigenaar van de woning.
De consument en haar ex-partner hebben op 1 maart 2016 ten overstaan van een notaris een samenlevingsovereenkomst gesloten. Artikel 12 van de samenlevingsovereenkomst bepaalt het volgende: “(…) Bij verkoop van na te melden woning, danwel bij het einde van deze overeenkomst (…) komen partijen overeen dat zij de over- casu quo onderwaarde van de door hen gemeenschappelijk bewoonde woning (…) als volgt verdelen:
- Aan genoemde heer (…) komt toe: twee/derde aandeel;
- Aan genoemde mevrouw (…) komt toe: een/derde aandeel. (…)”
De bank heeft de consument onvoldoende geïnformeerd over de risico’s die zij liep doordat zij wel mededebiteur werd op de hypothecaire lening, maar geen mede-eigenaar van de woning. De consument lijdt hierdoor schade, omdat zij op basis van de samenlevingsovereenkomst met haar ex-partner slechts recht heeft op een derde van de overwaarde en niet op de helft van de verkoopwaarde. Indien de bank juist had gehandeld, had zij wel recht gehad op de helft van de verkoopwaarde. De bank had de financiering gezien de omstandigheden dan ook niet mogen verstrekken.
De consument was op het moment van ondertekening van de overeenkomst 79 jaar oud, er werd een lening verstrekt van 30 jaar zonder enig onderpand [toevoeging Fintool, de vrouw bood geen onderpand, de partner wel] en de bank heeft de notaris onjuist geïnformeerd, waardoor de consument geen mede-eigenaar van de woning is geworden.
Nu de consument de hypotheekakte zonder enig voorbehoud heeft getekend, staat naar het oordeel van de commissie vast dat het niet de bedoeling is geweest van de consument om mede-eigenaar van de woning te worden.
De consument heeft daarnaast met haar ex-partner afspraken gemaakt over de (eventuele) overwaarde op de woning. Daarbij heeft de consument er kennelijk bewust voor gekozen dat de overwaarde voor een derde deel aan haar wordt toebedeeld en voor twee derde aan haar ex-partner. De bank is bij het maken van deze afspraak niet betrokken geweest. Ook hiervoor geldt dat zij, indien zij het hier niet mee eens was, de samenlevingsovereenkomst niet had moeten tekenen of hierover op zijn minst vragen had moeten stellen aan de notaris. Nu de consument dit niet heeft gedaan, staat naar het oordeel van de commissie vast dat de consument er bewust voor heeft gekozen dat de overwaarde van de woning voor een derde deel aan haar toekomt en voor twee derde aan haar ex-partner.
De commissie wijst de vordering van Consument af.
Lees hier de volledige uitspraak.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99