Eisers zullen hierna afzonderlijk eiser 1, 2 en 3 en gezamenlijk [eiser sub 1] c.s. worden genoemd. Gedaagde wordt aangeduid als [gedaagde] . = vennootschap
Dat eerste hypotheekrecht is op 4 december 2000 aan [gedaagde] verstrekt en de daaraan verbonden hypothecaire lening is in 2010 afgelost. Enig bestuurder en aandeelhouder van [gedaagde] , [eiser sub 1] [Fintool: dit is dezelfde persoon], heeft op dat moment het hypotheekrecht niet uit laten schijven. [gedaagde] is vervolgens op 30 november 2012 ontbonden. Daardoor is het nu niet meer mogelijk om [gedaagde] (of namens deze vennootschap [eiser sub 1] ) een verklaring van waardeloosheid van het hypotheekrecht te vragen.
Om toch een verklaring van waardeloosheid te krijgen, zijn eisers dit kort geding gestart. Zij hebben deze verklaring met spoed nodig, omdat eiser 3 een contractuele boete van € 30.000,- zal verbeuren als zij op 30 mei 2022 de door haar gekochte woning niet afneemt.
Artikel 3:274, lid 1 BW bepaalt dat wanneer een hypotheek is tenietgegaan, de schuldeiser verplicht is om aan de rechthebbende op het bezwaarde goed, bij authentieke akte een verklaring af te geven, dat de hypotheek is vervallen. In lid 3 van dit artikel is bepaald dat wanneer de vereiste verklaring niet wordt afgegeven artikel 3:29 BW van overeenkomstige toepassing is. Artikel 3:29, lid 1 BW bepaalt dat wanneer de vereiste verklaring niet wordt afgegeven de rechtbank de inschrijving waardeloos verklaart op vordering van de onmiddellijk belanghebbende.
[gedaagde] is op 30 november 2012 ontbonden. Er waren op dat moment geen baten zo blijkt uit de liquidatiebalans en de registratie bij de Kamer van Koophandel. Op grond van het bepaalde in artikel 2:19 lid 4 BW houdt de vennootschap daarmee ook meteen op te bestaan. [eiser sub 1] c.s. hebben dus een vennootschap gedagvaard die niet meer bestaat. Dat kan niet. Een rechtspersoon die niet meer bestaat, kan ook geen partij meer zijn in een procedure. Zij moeten daarom, voor zover hun vordering is gericht tegen [gedaagde] , niet-ontvankelijk worden verklaard.
[eiser sub 1] c.s. zijn echter wel aan te merken als onmiddellijk belanghebbenden in de zin van artikel 3:29, lid 1 BW en uit dien hoofde hebben zij een zelfstandig belang om de inschrijving van het hypotheekrecht waardeloos te (laten) verklaren als degene die de verklaring had behoren af te geven dat niet doet. De reden voor het niet afgeven van die verklaring is hiervoor niet relevant. Dus ook in deze situatie, waarin de reden is gelegen in de feitelijke onmogelijkheid van [gedaagde] om de vereiste verklaring af te geven, kunnen [eiser sub 1] c.s. om die verklaring vragen.
[eiser sub 1] c.s. stellen in dat verband dat de hypothecaire lening die [gedaagde] had verstrekt in 2010 is afbetaald. Om dat te bewijzen hebben zij de jaarrekening van [gedaagde] van 2010 overgelegd. Daarin is te zien is dat het aan het begin van dat jaar nog openstaande hypotheekbedrag aan het einde van dat jaar was afgelost. De liquidatie balans van [gedaagde] laat zien dat dat er op het moment dat de vennootschap werd ontbonden geen sprake was van een hypothecaire lening. Hiermee en met de hiervoor al genoemde registratie bij de Kamer van Koophandel is voldoende komen vast te staan dat het hypotheekrecht van [gedaagde] teniet is gegaan en dat de inschrijving daarvan dus waardeloos is. De voorzieningenrechter zal de inschrijving dan ook waardeloos verklaren.
Op grond van artikel 3:29 lid 4 BW kan de verklaring van waardeloosheid die dit vonnis bevat, niet eerder worden ingeschreven dan nadat dit vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Dit vonnis gaat pas in kracht van gewijsde als er geen rechtsmiddel meer open staat. De hoger beroepstermijn voor dit vonnis bedraagt vier weken. Eiser 3 zal tegen die tijd de contractuele boete verbeurd hebben en deze procedure zal in dat geval zinloos zijn geweest.
Een manier om dit vonnis onmiddellijk in kracht van gewijsde te laten gaan, is dat [eiser sub 1] c.s. afzien van hun recht op hoger beroep en berusten in dit vonnis (artikel 334 Rv). [eiser sub 1] c.s. hebben ter zitting verklaard van hun recht op hoger beroep af te zien. Dat betekent dat er geen rechtsmiddel tegen dit vonnis open staat en dat het per heden in kracht van gewijsde gaat.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668