Een spaarhypotheek kan men 'vergelijken' met een aflossingsvrije lening, met daaraan gekoppeld een spaarpolis/ SEW/ KEW. De totale rentelast bij een aflossingsvrije lening is dan ook hoger dan bij annuïtair. De aftrekpost dan ook. De totale aflossing is bij een spaarhypotheek en annuïteitenhypotheek aan elkaar gelijk, want beide hypotheken worden volledig afgelost. Het termijnbedrag (spaar-/ annuïteitenhypotheek) is bij een gelijke hypotheekrente per maand ook gelijk aan elkaar.
De (fiscale) winst zit dan ook in de aftrekpost. En aangezien de renteaftrek bij aflossingsvrij hoger is dan bij annuïtair, wint in beginsel de spaarhypotheek het bij een vergelijking. Zelfs als het IB tarief 0,00001% is.
Toch is de vergelijking niet zo eenvoudig. Gemakshalve (..) wordt bijvoorbeeld met 37% gerekend. Echter, het omgerekende belastingvoordeel tarief fluctueert jaarlijks met gewijzigde IB schijven/ -tarieven en heffingskorting/ toeslagen. Soms is een hogere aftrekpost en een lager belastbaar inkomen gunstig(er).
Om de vergelijking iets eerlijker te maken - zie ook download - dient men de vergelijking te maken tussen bijvoorbeeld een spaarhypotheek (met 0,2% rente opslag) versus een annuïteitenhypotheek zonder deze opslag. Het kan ook zijn dat bij een (onbelaste) afkoop en aflossing op de hypotheek er sprake is van een lagere risicoklasse. Dan kan het renteverschil verder oplopen (behoudens in de regel NHG tarieven).
Soms is er sprake van een spaarhypotheek (box 3 polis) welke nog de bezittingsvrijstelling geniet in box 3. En als relatie t.z.t. de verpanding er af haalt, is er onbelast in box 3 gespaard. Afhankelijk van de huidige te betalen vermogensrendementsheffing kan aan dit voordeel een €x ? bedrag toegerekend worden.
Een 'argument' voor wel/ niet kiezen spaarhypotheek kan zijn dat er wel/ geen sprake is van een verhuisregeling bij de spaarhypotheek aanbieder.
Een ander - minder valide (?) - argument kan zijn dat bij een echtscheiding een spaarpolis aan de vertrekkende partij toebedeeld kan worden. Wat dan geen onderdeel is van de eigenwoningreserve, terwijl bij een annuïteitenhypotheek geen 'toebedeling' mogelijk is, want reeds afgelost op de hypotheek. Niet direct een argument waar je als adviseur iets mee kan, maar het is wel een verschil met soms grote gevolgen.
En de beperking in renteaftrek (voor velen 1 januari 2031) maakt het gat tussen een spaarhypotheek en annuïteitenhypotheek kleiner. Tot die tijd wint de spaarhypotheek bij gelijke uitgangspunten.
Last nog least: De wet Hillen. Bij de spaarhypotheek blijft langer een (hogere) aftrekpost van kracht. Met alle mogelijke (toekomstige) fiscale mutaties de vraag hoeveel dit nominaal zal bedragen, maar het is een verschil.
Terug naar de hamvraag van de vraagsteller: Ja, een spaarhypotheek is netto voordeliger. De praktijk - zie bovengenoemde toelichting - is wat weerbarstiger. De waarheid ligt dan soms net iets meer in het midden en het is maar net welke argumenten het zwaarst wegen.
En laat u niet afschrikken om gebruik te maken van de helpdesk. Soms is een antwoord simpel 'ja' of 'nee'.
|
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668