Aangezien de rente afgelopen jaar is gestegen, beginnen de inkomenstabellen bij rentes onder de 1,5 procent. De eerste kolom bepaalt het financieringslastpercentage behorend bij rentes onder de 1,5 procent. De laatste kolom bepaalt het financieringslastpercentage behorend bij een rente boven de 6,5 procent. De tabellen beginnen bij een toetsinkomen van € 26.000 (verwachte bruto minimumloon vanaf januari 2023) voor consumenten die de AOW-leeftijd hebben bereikt en tevens voor consumenten die de AOW-leeftijd al wel hebben bereikt (de verwachte bruto AOW-uitkering vanaf januari 2023).
De tabellen met financieringslastpercentages beginnen vanaf een toetsinkomen van € 26.000. In het achtste lid is daarom bepaald dat een aanbieder van hypothecair krediet bij het financieringslastper-centage ten hoogste drie procentpunt mag optellen voor een consument die alleenstaand is en een toetsinkomen heeft dat hoger is dan € 26.000 en lager dan € 31.000.
De financieringslastpercentages dalen voor alle inkomens vanwege de hoge inflatie in 2022. De hoge inflatie raakt de laagste inkomens het hardst. De ruimte die lage inkomens voor hypotheeklasten hadden, wordt door de prijsstijgingen van andere uitgaven relatief meer verlaagd dan bij hogere inkomens. Indien geen rekening wordt gehouden met een loonstijging daalt de maximale hypotheek voor alle huishoudens. De maximale hypotheek daalt het sterkst voor de laagste inkomens. Ook bij de hoogste inkomens is sprake van een daling van de maximale hypotheek. De maximale hypotheek voor de hoogste inkomens daalt mede vanwege de beperking van de hypotheekrenteaftrek in de hoogste belastingschijf.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668