Het prijsplafond is alleen per 1 januari uitvoerbaar als het aansluit bij de jaarlijkse energierekening. Daarom is het maximale verbruik bij het prijsplafond (1.200 m3 gas en 2.900 kWh stroom) verdeeld in 2 delen. 1 deel voor de periode tot de jaarlijkse energierekening en 1 deel voor de periode na de jaarlijkse energierekening.
Voor de verdeling van het maximaal verbruik voor en na de eindafrekening is voor elke dag van het jaar vastgesteld hoeveel gas en stroom er onder het prijsplafond valt. In de winter wordt er meer energie verbruikt dan in de zomer. Daar is rekening mee gehouden. Op 26 januari valt bijvoorbeeld 7,6 m3 gas en 10,4 kWh stroom onder het prijsplafond. En op 5 augustus 0,5 m3 gas en 5,6 kWh stroom.
Voor stadsverwarming geldt het maximale verbruik van 37 GJ overigens wel in zijn geheel van 1 januari tot en met 31 december, omdat de afrekening per kalenderjaar gaat.
Voor de meeste huishoudens met een stabiel gebruik van gas en stroom maakt het niet uit dat het prijsplafond bestaat uit een deel vóór en een deel na de rekening. Zij lopen geen compensatie mis. Naar verwachting geldt dit voor 95% van de huishoudens.
Als in de loop van het jaar de situatie in een huishouden sterk verandert, bijvoorbeeld omdat het aantal mensen in huis groter of kleiner wordt, zou het wel kunnen dat de verdeling niet optimaal aansluit.
Zie download voor maandtabel.
Klik hier voor meer info en FAQ
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99