MijnFintool

Nieuws

Wettelijke termijn bij overlijden begunstigde

De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft een vraag beantwoord over toepassing van de geldende wettelijke termijn in de situatie dat de begunstigde voor de uitkering bij leven nĂ¡ de expiratiedatum maar binnen de wettelijke termijn bij leven komt te overlijden.

Aanleiding

De belastingplichtige heeft een lijfrente (een lijfrenteverzekering waarbij hij begunstigde is dan wel een lijfrenterekening waarvan hij rekeninghouder is). De lijfrente bereikt in jaar t=0 de einddatum. De belastingplichtige is op dat moment nog in leven. De belastingplichtige is ná de einddatum, maar nog wel in jaar t=0 overleden. Eind jaar t=2 ontvangt de verzekeraar/bank een e-mail van de opvolgende begunstigde met het verzoek de uitkering op haar eigen rekening te storten.

Vraag

Is het verzoek binnen de wettelijke termijn van artikel 3.133, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) ontvangen?

Antwoord

Ja. Na overlijden van de belastingplichtige begint een nieuwe wettelijke termijn, namelijk 31 december van het tweede kalenderjaar na de datum van het overlijden.

Beschouwing

In het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 16 mei 2019 (Stcrt. 2019, 30558) (hierna besluit) is in onderdeel 4.2.7 het volgende opgenomen:

“In de praktijk komt de volgende situatie voor. Een verzekerd persoon moet na het bereiken van de contractuele datum bij in leven zijn een lijfrente bedingen binnen de wettelijke termijn die daarvoor bestaat (artikel 3.133, derde lid, Wet IB 2001). Deze persoon komt echter te overlijden voordat hij zijn lijfrente heeft kunnen bedingen. In dergelijke situaties zijn de verzekeraars over het algemeen bereid een nabestaandenlijfrente te doen ingaan. In dat geval kan fiscaalrechtelijk hierbij worden aangesloten. De wettelijke termijn voor het bedingen van een nabestaandenlijfrente vangt dan aan op de datum van overlijden van de verzekerde persoon.”

De belastingplichtige is overleden. Voor de opvolgende begunstigde is dan voor de aan te kopen lijfrente sprake van een nabestaandenlijfrente.

Vervolgens staat in paragraaf 4.6 van het besluit het volgende:

“Voor een nabestaandenlijfrente is de uiterste datum 31 december van het tweede kalenderjaar na de datum van overlijden (artikel 3.133, derde lid, Wet IB 2001).”  

De nieuwe wettelijke termijn in deze casus is 31 december van jaar t=2, zijnde 31 december van het tweede kalenderjaar na de datum van overlijden.

 

Bron: Belastingdienst

Modules & dossiers

Opvoerdatum

05 jul 2023

Laatst gewijzigd

05 jul 2023

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1