Nieuw is dat indicaties die wijzen op het zelfstandig ondernemerschap ook stevig mee gaan wegen bij de beoordeling van een arbeidsrelatie.
Het kabinet is langs drie parallelle lijnen aan het werk. Op alle drie de lijnen zijn inmiddels stappen genomen. Het wetsvoorstel dat in consultatie is gegaan, is onderdeel van de tweede lijn:
In de regelgeving bepaalt de manier waarop het werk wordt uitgevoerd (het geheel aan feiten en omstandigheden) of werk door een zelfstandige gedaan mag worden of door een werknemer. In veel gevallen is de huidige wetgeving helder. En is iemand duidelijk werknemer, of kan een klus uitvoeren als zelfstandig ondernemer. Maar bij een kleiner deel van de opdrachten is het lastiger om vast te stellen hoe er gewerkt moet worden. Dit grijze gebied komt voor een deel door de open geformuleerde wetgeving. Deze open wetgeving is met de jaren verder ingevuld door jurisprudentie (gerechtelijke uitspraken) en levert in sommige gevallen een grote hoeveelheid relevante feiten en omstandigheden op die mogelijk van belang kunnen zijn voor de uitkomst. Ook zijn we op onze moderne arbeidsmarkt anders gaan werken, bijvoorbeeld door thuiswerken, of omdat mensen werken via een app. Heeft iemand dan bijvoorbeeld alle vrijheid of bepaalt een algoritme de tarieven en hoe snel iets af moet zijn?
Het kabinet heeft daarom besloten de wetgeving rond ‘werken in dienst van’ te verduidelijken. Hiervoor is de jurisprudentie bij elkaar gebracht en gevat in een toetsingskader (pagina 49 van de Memorie van toelichting). Dit maakt het geheel overzichtelijker en beter hanteerbaar. Bedrijven die iemand willen inhuren en werkenden kunnen zich dan op dat toetsingskader richten. Daarbij geven deze hoofdelementen en bijbehorende indicaties niet alleen aan wanneer er sprake is van werknemerschap, maar wegen ook indicaties van ‘eigen rekening en risico’ mee, indicaties van zelfstandigheid. Dit geeft zelfstandigen handvaten om hun werk waar mogelijk vorm te geven binnen de regels. In de Memorie van toelichting zijn negen voorbeeldcasussen te vinden (vanaf pagina 50).
Daarnaast wil het kabinet dat er een rechtsvermoeden komt, gebaseerd op een uurtarief. Dit rechtsvermoeden maakt het voor werkenden aan de basis van de arbeidsmarkt makkelijker om een arbeidsovereenkomst te claimen bij de werkgever en indien nodig bij de rechter. Als de werkende een beroep doet op het rechtsvermoeden en aannemelijk maakt dat hij minder betaald krijgt dan het geldende uurtarief (nu 32 euro), is het vervolgens aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het kabinet verwacht dat hier een preventief effect van uit gaat. Zodat er al bij het aangaan van een arbeidsrelatie kritischer gekeken wordt of er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst of dat het werk door een zelfstandige kan worden gedaan.
Klik hier voor de internetconsultatie.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668