De vraag die voorligt is of de bank in dat kader ongeoorloofde druk op de consumenten heeft uitgeoefend en aansprakelijk is voor schade die zij stellen te hebben geleden doordat zij de woning vroegtijdig en onder relatief ongunstige omstandigheden hebben verkocht.
De Commissie van Beroep oordeelt met de Geschillencommissie dat dit niet het geval is.
In de periode 2009 tot en met 2015 hebben de consumenten de woning zelf bewoond. In 2015 zijn de consumenten voor werk (aanvankelijk tijdelijk) naar Tsjechië verhuisd. De bank was hiervan op de hoogte en zij heeft het buitenlandse correspondentieadres op verzoek van de consumenten in haar systemen verwerkt. De consumenten hadden aanvankelijk
voor ogen om twee tot drie jaar, althans vijf jaar, in Tsjechië te verblijven. Echter, zij verblijven op dit moment nog steeds vanwege werk in Tsjechië. Tijdens de gehele periode van hun verblijf in het buitenland stond hun woning leeg.
Op 5 augustus 2022 hebben de consumenten per e-mail contact opgenomen met de bank, omdat zij vanuit het buitenland niet konden inloggen. De bank is naar aanleiding van dit bericht een onderzoek gestart naar het gebruik van de woning. Vervolgens heeft er op 23 augustus 2022 een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de bank en de consumenten. Tijdens dat telefoongesprek is het verblijf in het buitenland en de leegstand van de woning besproken. De bank heeft de mogelijkheid genoemd om voor een zogenoemde expatregeling in aanmerking te komen, waarvoor vereist was een werkgeversverklaring betreffende een uitzending naar het buitenland voor maximaal drie jaar. De consumenten hebben aan de bank een werkgeversverklaring van 15 september 2022 doen toekomen waaruit echter niet op te maken viel dat aan de arbeidsovereenkomst binnen een dergelijke periode een einde zou komen. In tegendeel, daaruit bleek de intentie van de werkgever om deze voor onbepaalde tijd te continueren.
Op 26 september 2022 heeft de bank de consumenten per e-mail geïnformeerd dat de door hen toegezonden werkgeversverklaring niet voldeed. Volgens de bank waren er drie oplossingen voor de ontstane situatie: het pand zelf weer gaan bewonen, het aflossen/oversluiten van de hypotheek of het verkopen van de woning.
Gelet op hetgeen daaromtrent in de hypotheekakte is bepaald was de bank dan ook in beginsel bevoegd te verlangen dat de consumenten aan de situatie van langdurige leegstand van de woning een einde zouden maken.
De vordering van Consument wordt afgewezen.
Lees hier de volledige uitspraak.
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668