Voor welke projecten is het sociaal statuut van toepassing?

Het sociaal statuut is van toepassing op zowel complexmatige renovatieprojecten met behoud van de huurovereenkomst1 als op sloop/nieuwbouwprojecten waarbij de  huurovereenkomsten niet in stand kunnen blijven.

Het sociaal statuut is niet van toepassing in de volgende gevallen:

• Bij onderhoudswerkzaamheden (ook als deze ingrijpend zijn en/ of niet in bewoonde staat kunnen worden uitgevoerd).
• Bij individuele verbeterverzoeken van de huurder.
• In wooncomplexen met een tijdelijke bestemming .
• Bij werkzaamheden die overwegend bestaan uit duurzaamheidsmaatregelen die in beginsel binnen een week in bewoonde staat kunnen worden uitgevoerd, voor zover de corporatie en huurdersorganisatie hierover afspraken hebben gemaakt. In deze situatie informeert de corporatie, vóórdat het besluit tot uitvoering kortdurende verduurzamingswerkzaamheden aan de huurders meedeelt, de huurdersvertegenwoordiging3 over haar voorgenomen besluit. Daarbij verschaft de corporatie inzicht over de aard en omvang van de werkzaamheden en overlegt zij een realistische planning waaruit blijkt dat de werkzaamheden binnen een week in bewoonde staat kunnen worden uitgevoerd. Zo nodig maken corporatie en huurdersvertegenwoordiging nadere afspraken over het proces.

Op welke huurders is het sociaal statuut van toepassing?

Dit sociaal statuut is van toepassing op huurders met een reguliere huurovereenkomst voor een zelfstandige, dan wel onzelfstandige woning in een complex dat gesloopt gaat worden of waarin renovatiewerkzaamheden uitgevoerd gaan worden.

Dit sociaal statuut is niet van toepassing op huurders:

• met een huurcontract dat eindigt om andere redenen dan voorgenomen sloop of bouwwerkzaamheden;
• met een huurovereenkomst op grond van de Leegstandwet
• met een gebruiksovereenkomst.

Ten aanzien van huurders:

• met een campuscontract;
• met een tijdelijke huurcontract voor een wisselwoning, tweede- of laatste kans contract, weeskinderenregeling, noodopvang, of tijdelijke huisvesting voor studie in een andere stad als bedoeld in artikel 22a van het RTIV;

worden in het sociaal plan per project specifieke afspraken gemaakt.

Bron: Rijksoverheid