Belastingplichtigen betalen alleen belasting over wat zij daadwerkelijk hebben verdiend met hun vermogen. Naar verwachting betalen belastingplichtigen met spaargeld daarom minder belasting, vanwege de relatief lage spaarrentes. Belastingplichtigen met aandelen zullen relatief meer belasting betalen.
Verliesverrekening wordt mogelijk. Het voorstel is dat verliezen boven een verliesdrempel mogen worden verrekend met winsten in volgende kalenderjaren.
In het wetsvoorstel is nu ook opgenomen hoe de belasting over onroerende zaken in box 3 wordt berekend. Daarvoor geldt een vermogenswinstbelasting. Dit betekent dat bij indirect rendement de waardeontwikkeling wordt belast gedurende de periode dat belastingplichtigen de onroerende zaken bezit. Bij directe rendement wordt onderscheid gemaakt tussen 3 categorieën.
Indirect rendement is de vermogenswinst die wordt gemaakt door de waardeontwikkeling gedurende de periode dat de belastingplichtige de onroerende zaak bezit. Deze vermogenswinst wordt in principe aan het einde van de bezitsduur, op het moment van bijvoorbeeld verkoop, belast. Dit kan vanzelfsprekend ook een vermogensverlies zijn. Het belasten van het indirecte rendement, werkt voor alle onroerende zaken in box 3 hetzelfde.
Direct rendement is het rendement dat een belastingplichtige jaarlijks behaalt met de onroerende zaak, zoals huur- en pachtopbrengsten. Het directe rendement hoeft niet per se in geld te worden ontvangen, maar kan ook in natura zijn voor het eigen gebruik van de onroerende zaak. Voor het belasten van het directe rendement is gekozen voor een indeling in drie categorieën, afhankelijk van het gebruik van de onroerende zaak.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen
(1) een onroerende zaak die nagenoeg het gehele jaar verhuurd wordt (minimaal 90% verhuur),
(2) een onroerende zaak die het gehele jaar niet wordt verhuurd en
(3) gemengd gebruik (de onroerende zaak wordt verhuurd, maar minder dan 90% van het jaar).
In het eerste geval worden de ontvangen huur- of pachtinkomsten belast. Er geldt een kostenaftrek voor onderhoudskosten en andere kosten1. Als de onroerende zaak het hele jaar niet wordt verhuurd, wordt deze belast op basis van een vastgoedbijtelling. De vastgoedbijtelling is een vast percentage van de WOZ-waarde waarbij al rekening is gehouden met onderhoudskosten. De vastgoedbijtelling is dus een netto bijtelling, die het voordeel in natura voor de beschikbaarheid voor eigen gebruik belast.
1 Onderhoudskosten onroerende zaken (alleen bij belasting o.b.v. huur- en pachtopbrengsten)
De vastgoedbijtelling is een forfait om het directe rendement van onroerende zaken die vallen in box 3 van de inkomstenbelasting te belasten. Dit rapport brengt de toegerekende huren van box 3-woningen in kaart om de hoogte van het forfait te onderbouwen.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668