De commissie volgt de bank in haar stelling dat de bank de NAW-procedure pas hoefde te doorlopen zodra het rekeningnummer van de fraudeur in het LMIO-register stond. Dat is immers een voorwaarde van de NAW-procedure. De consument heeft op 25 maart 2024 gemeld dat het rekeningnummer in het LMIO-register stond. Voor die tijd hoefde de bank de NAW-procedure dus niet te doorlopen.
Volgens de NAW-procedure stuurt de bank een brief naar de begunstigde met het verzoek om de consument terug te betalen. Als de begunstigde na 21 dagen niet terugbetaald heeft, geeft de bank de NAW-gegevens aan de consument. De bank heeft na 25 maart 2024 een dergelijke brief naar de fraudeur gestuurd, maar de bank heeft de NAW-gegevens van de fraudeur niet aan de consument verstrekt omdat haar brief de fraudeur niet heeft bereikt en de NAW-gegevens dus niet compleet waren.
De commissie is van oordeel dat de bank onvoldoende heeft onderbouwd waarom zij de NAW-gegevens niet kan verstrekken.
Ten eerste is niet komen vast te staan dat de fraudeur niet meer op het haar bekende adres woont. Het enkele feit dat de brief aan de fraudeur aan de bank is teruggestuurd met daarop de tekst dat hij daar niet meer woont, is onvoldoende om vast te stellen dat het adres en de woonplaats niet meer kloppen.
Daarnaast staat onbetwist vast dat de naam van de fraudeur wel klopt. De bank heeft in algemene zin genoemd dat zij aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moet voldoen, maar niet gemotiveerd waarom die regelgeving haar nu verhindert om de NAW-gegevens met de consument te delen. De commissie is dan ook van oordeel dat de bank de bij haar bekende naam, adres en woonplaats (NAW) van de fraudeur met de consument
moet delen, zodat hij een civiele procedure tegen hem kan instellen.
De commissie beslist dat de bank de NAW-gegevens van de fraudeur deelt met de consument, binnen twee weken nadat deze beslissing aan partijen is verstuurd.
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668