In onderdeel 6 en bijlagen IV en V van het Staffelbesluit pensioenen, wordt voor regelingen die nog gebruik maken van het overgangsrecht van artikel 38q van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB), voor de berekening van de beschikbare premie een lagere rekenrente toegestaan dan de wettelijke rekenrente van 4% van artikel 18a, derde lid, onderdeel c, Wet LB (tekst 30 juni 2023). Het hanteren van deze lagere rente is gebonden aan de voorwaarden zoals genoemd in de betreffende bijlagen. Eén van de voorwaarden is dat de zogenoemde ‘eventtoets’ toegepast moet worden (zie voorwaarde e van bijlage IV en voorwaarde d van bijlage V).
Met de eventtoets wordt getoetst of de pensioenuitkering zowel per jaar als in totaal niet uitgaat boven een middelloonpensioen binnen de kaders van hoofdstuk IIB Wet LB (tekst tot 1 juli 2023) in combinatie met artikel 38q Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023). De toetsing vindt plaats op het moment waarop de in de regeling opgebouwde waarde het regime van bijlage IV of V van het Staffelbesluit pensioenen geheel of gedeeltelijk verlaat, maar uiterlijk op pensioeningangsdatum.
Blijft de eventtoets van bijlagen IV en V van het Staffelbesluit pensioenen, van toepassing op pensioenaanspraken die vóór de overgang naar het regime van de Wet toekomst pensioenen (WTP) zijn opgebouwd met toepassing van onderdeel 6 en bijlagen IV en V van het Staffelbesluit pensioenen (of één van de voorgaande besluiten)?
Ja, de fiscale begrenzingen en voorwaarden zoals die voor invoering van de WTP golden (waaronder de eventtoets), blijven op grond van het algemene fiscale overgangsrecht van artikel 38b, eerste lid, Wet LB van toepassing voor alle pensioenaanspraken die vóór de overgang naar het WTP-regime zijn opgebouwd en die (nog) niet zijn omgezet (‘ingevaren’) naar het regime van de WTP.
De eventtoets vervalt wanneer de eerder opgebouwde aanspraken zijn omgezet in aanspraken ingevolge een premieovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van de Pensioenwet of artikel 28 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Dit is geregeld in artikel 38b, tweede lid, Wet LB.
Tijdens de parlementaire behandeling van de WTP (voetnoot1) is dit aan de hand van de volgende situaties nader uitgewerkt:
Op de vraag of in de hiervoor genoemde situaties het opgebouwde pensioenkapitaal expliciet moet worden ingevaren dan wel of dat ‘stilzwijgend kan worden aangenomen is door de regering respectievelijk als volgt antwoord gegeven:
Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat van omzetten in de zin van artikel 38b, tweede lid, Wet LB ook sprake is, wanneer een werkgever in het transitieplan aangeeft, dat na overgang naar het WTP-regime ook de regels van de WTP van toepassing zijn op pensioenaanspraken die onder het oude regime zijn opgebouwd. Op deze wijze kan de bestaande polis (eventueel inclusief restitutiebepaling) in stand blijven en toch worden omgezet naar het nieuwe fiscale pensioenstelsel.
(voetnoot1) Zie ook Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 36 067, nr. 7, p. 113 en 114
Bron: Belastingdiens
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668