Het wetsvoorstel voorziet in een oplossing voor de door de pensioenuitvoerders aangegeven uitvoeringstechnische bezwaren, waarbij de complexiteit voor de uitvoering en de uitvoeringskosten verminderen en tegelijkertijd de begrijpelijkheid voor de (gewezen) deelnemer verbetert.
De voorstelde aanpassingen hebben betrekking op twee aspecten:
(1) de doelgroep die in aanmerking kan komen voor de mogelijkheid om de betaling van bedrag ineens uit te stellen, en
(2) wijziging van de uitkeringsstroom (de wijze waarop het pensioen over de tijd wordt verdeeld) en het uitbetalingsmoment.
De doelgroep die gebruik kan maken van de uitgestelde uitbetaling is beperkt. Alleen (gewezen) deelnemers van wie de pensioeningangsdatum ligt in de maand waarin zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken en (gewezen) deelnemers van wie de pensioeningangsdatum ligt op de eerste dag volgend op de maand waarin zij AOW-gerechtigd worden, krijgen de mogelijkheid om – indien zij kiezen voor een bedrag ineens – het bedrag ineens tot uitbetaling te laten komen op het uitgestelde betalingsmoment. De beperking van de doelgroep zorgt ervoor dat de periode tussen de pensioeningangsdatum (het keuzemoment) en de uitgestelde uitbetaling korter is. Daarmee wordt de kans verkleind op tussentijdse gebeurtenissen in de privésfeer of ontwikkelingen van het pensioen die van invloed kunnen zijn op de hoogte van het ouderdomspensioen. Dat vermindert de complexiteit en uitvoeringskosten.
De uitkeringsstroom is aangepast van 100-10-90 (100% periodieke uitkering – 10% bedrag ineens – 90% periodieke uitkering) naar 90-10-90. De totale waarde van de opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen blijft in omvang gelijk aan de situatie met een uitkeringsstroom 100-10-90. In de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen werd de periodieke uitkering pas verlaagd op het uitgestelde uitbetalingsmoment. Op dat moment werd ook pas de hoogte van het bedrag ineens (definitief) uitgerekend en vastgesteld. Op grond van dit wetsvoorstel wordt bij een keuze voor uitgestelde betaling van bedrag ineens de periodieke uitkering van ouderdomspensioen direct op de pensioeningangsdatum verlaagd naar 90%. Op het uitgestelde betalingsmoment is geen herberekening van de pensioenaanspraken nodig. Dat verkleint de complexiteit voor uitvoerders. Een aanpassing van de uitkering op de pensioeningangsdatum voorkomt een verlaging op het uitgestelde betalingsmoment en is begrijpelijker voor deelnemers.
Het uitgestelde betalingsmoment is in overleg met pensioenuitvoerders aangepast van februari naar januari van het jaar volgend op het jaar waarin de gepensioneerde AOW-gerechtigd wordt. Een uitgestelde betaling in januari sluit beter aan bij de vaste informatiemomenten van pensioenuitvoerders richting (gewezen) deelnemers.
Momenteel onderzoekt de regering of uitstel wenselijk is en zo ja, naar welke datum. Dit zal gebeuren in overleg met de sector. Gelet op de samenloop met de transitie lijkt op dit moment uitstel naar 1 juli 2026 het meest realistisch. Op dit moment is nog geen besluit genomen over uitstel.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668