Levensloop komt nog steeds niet van de grond

Hoewel het percentage deelnemers dus stijgt, ziet het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) hierin geen doorbraak.“De kleine groep die deelneemt, gebruikt levensloop voornamelijk voor vroegpensioen en niet voor het ‘spitsuur van het leven’, waar de regeling juist voor is bedoeld.”

Het CVS presenteerde tijdens het congres ‘Verzekerde vergrijzing’ cijfers die mede gebaseerd zijn op de eerste resultaten van de Consumentenmonitor, een opiniepeiling die het CVS jaarlijks houdt onder Nederlandse huishoudens. Soortgelijke peilingen in 2006 wezen uit dat in dat jaar zeven procent van de werknemers meedeed aan levensloop en dat vijf procent aangaf wellicht in 2007 te participeren. Cijfers over 2007 laten zien dat van die vijf procent lang niet iedereen overstag is gegaan: in totaal deed vorig jaar maar tien procent mee. Twee procent overweegt in 2008 in te stappen.

De verplichte keuzemogelijkheid voor spaarloon óf levensloop lijkt het succes van de levensloopregeling nog altijd in de weg te staan. Van de ondervraagden gaf in 2007 dertig procent aan niet mee te doen, omdat hij al een spaarloonregeling heeft. Daarnaast participeert een kwart niet vanwege de onzekerheid over het voortbestaan van levensloop en geeft bijna vijftig procent aan ‘gewoon niet geïnteresseerd te zijn’.

De verplichte keuzemogelijkheid, de onzekerheid over het voortbestaan en een gebrek aan interesse lijken dus de belangrijkste hindernissen voor een succesvolle levensloop, maar volgens het CVS spelen meer factoren een rol. Zo antwoordde twintig procent van de niet-deelnemers op de vraag wanneer hij wél zou meedoen: ‘als ik een hoger inkomen zou hebben’. “Veel mensen (bijna veertig procent) denken nog altijd dat levensloop alleen voor mensen met hoge inkomens interessant is. Dat percentage daalt wel, maar van de mensen die minder dan de helft van het modale inkomen verdienen, deed in 2007 slechts acht procent mee, terwijl het percentage onder mensen met een inkomen van meer dan anderhalf keer modaal zestien procent bedraagt.”

Bron: Verzekeraars.nl, 07-02-2008