Het betreft hier een verzamelwetsvoorstel, de Fiscale verzamelwet 2025. Hierin is een aantal maatregelen opgenomen die zien op de directe belastingen, de indirecte belastingen, de douane, toeslagen, het formeel belastingrecht en het invorderingsrecht.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft een vraag beantwoord over toepassing van de geldende wettelijke termijn in de situatie dat de begunstigde voor de uitkering bij leven ná de expiratiedatum maar binnen de wettelijke termijn bij leven komt te overlijden.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of het mogelijk is om een levenslange lijfrente bij de eigen BV om te zetten in een tijdelijke lijfrente wanneer de gerechtigde reeds vijf jaar ouder is dan de AOW-leeftijd. Met dit standpunt wordt het standpunt KG:070:2022:18 ingetrokken.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of een recht op een ingegane reeks termijnen uit een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht overgaat op de erfgenamen van de genieter wanneer de uitbetaling van de eerste termijn aan de genieter op het moment van zijn overlijden nog niet heeft plaatsgevonden.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of het mogelijk is de termijnen van een uitkerende lijfrente te laten vaststellen op 1 januari van het jaar, volgend op het jaar waarin de wettelijke termijn op 31 december wordt overschreden.
Een ouder is een lijfrenteverzekering aangegaan voor zijn invalide kind om te voorzien in zijn levensonderhoud als hij dat niet meer kan. De lijfrenteverzekering is een verzekering voor een meerderjarig invalide kind (hierna wordt deze verzekering aangehaald als MIK).
De Belastingdienst heeft de vraag of één van de erfgenamen een geërfd recht op ODV-termijnen kan aanwenden voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct beantwoord.
De consument klaagt dat de tussenpersoon in 2018 zijn zorgplicht heeft geschonden door haar niet te informeren over de gevolgen van premievrijmaking van de lijfrente-verzekering voor een eventuele bijstandsuitkering.
Als download is een handzaam overzicht van vragen en antwoorden over overbruggingslijfrenten, afkoop kleine lijfrenten en over lijfrentespaarrekeningen en lijfrentebeleggingsrechten beschikbaar. Het is een update van de eerdere versie uit januari 2020.
Een belastingplichtige heeft in het verleden de lijfrentepremies niet in aftrek genomen op zijn belastbaar inkomen. Een beroep op een goedkeuringsbesluit slaagt niet in hoger beroep.
Een dga heeft zijn in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraak omgezet in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV). Is het mogelijk om een nog niet ingegane ODV niet volledig, maar gedeeltelijk aan te wenden voor de verkrijging van een lijfrente, een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in de artikelen 3.125 en 3.126a van de Wet IB 2001 (lijfrenteproduct)?
Een adviseur heeft verzuimd om schriftelijk vast te leggen dat Consument was geïnformeerd over de verschillende aanwendingsmogelijkheden van het lijfrentekapitaal, waaronder de constructie waarbij het fiscale regime van vóór 1992 behouden kon worden.
De fiscale wet- en regelgeving stelt bij de expiratie van een pensioen- of loonstamrechtpolis of bij de deblokkering van een loonstamrechtspaarrekening of een loonstamrechtbeleggingsrecht een uiterst tijdstip voor de aankoop van een recht op pensioen- of loonstamrechtuitkeringen.
Welke fiscale gevolgen verbindt de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) aan het verstrijken van dit uiterste tijdstip, dan wel van de redelijke termijn voor de aankoop van een recht op pensioen- of loonstamrechtuitkeringen?
In de praktijk blijkt behoefte te bestaan aan meer duidelijkheid over de redelijke fiscale termijn voor de aankoop van een recht op pensioen- of stamrechtuitkeringen bij de expiratie van een pensioen- of stamrechtpolis of bij de deblokkering van een stamrechtspaarrekening of een stamrechtbeleggingsrecht. Bij een dergelijke expiratie of deblokkering hebben belanghebbenden een redelijke termijn nodig voor oriëntatie en voor de beoordeling van eventuele offertes.
Wat is in deze situaties een redelijke termijn na de overeengekomen expiratiedatum of overeengekomen datum van deblokkering waarbinnen de uitkeringen moeten zijn ingegaan?
In verband met het invoeren van de Wet verbeterde premieregeling is in Vraag en Antwoord 15-007 de redelijke termijn voor het aankopen van een pensioenuitkering tijdelijk verlengd tot 1 juli 2017. Omdat de Wet verbeterde premieregeling geen betrekking heeft op stamrechtuitkeringen, geldt de tijdelijke verlenging van de redelijke termijn alleen voor een aan te kopen recht op een pensioenuitkering.
Staatssecretaris Klijnsma heeft aan de Tweede Kamer een brief gestuurd over de invulling van de voorwaarden waaronder de herkansing voor de variabele pensioenuitkering zal plaatsvinden.
In een Kifid uitspraak wordt ingegaan op de rol van een assurantietussenpersoon bij het omzetten van een beleggingsverzekering naar een bankspaarproduct. De beleggingsverzekering met een lijfrenteclausule viel onder het fiscale regime van de pre-Brede Herwaardering. Bij het oversluiten van deze verzekering naar een bankspaarproduct is dit fiscale regime komen te vervallen.
Recent is een relatie van ons kantoor overleden. Relatie had bij ons diverse lijfrenteverzekeringen lopen. Het bedrag dat uit de diverse polissen tot uitkering is gekomen bedraagt €28.000 (restitutiedekking). Dit bedrag valt in de nalatenschap (relatie was gehuwd en partner krijgt nu nalatenschap). De partner zal hier een nabestaandenlijfrente voor aankopen. Maar moet deze uitkering dan ook in de aangifte erfbelasting worden opgenomen (dat zou dubbel zijn, daar over nabestaandenlijfrente ook al inkomstenbelasting verschuldigd is).
De zes grootste verzekeraars hebben ten opzichte van 2013 de informatieverstrekking aan consumenten over expirerende lijfrentes verbeterd, zo blijkt uit nieuw onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Er is aanleiding de informatievoorziening over het effect van een sterk fluctuerende rente op het aan te kopen pensioen verder aan te scherpen. Het extreme monetaire beleid van de Europese Centrale Bank heeft immers laten zien dat de rente ook tot nooit eerder vertoonde niveaus kan dalen. Dat heeft een negatief effect voor deelnemers aan een beschikbare premieregeling of kapitaalovereenkomst die in zo’n periode van lage rente een pensioenuitkering moeten aankopen.
Staatssecretaris Wiebes van Financiën informeert de Tweede Kamer in een richtinggevende brief over de vraag hoe de nettolijfrente onder kan worden gebracht in de tweede pijler binnen de voorwaarden van vrijwilligheid en fiscale hygiëne (voorkomen van onbelaste uitkeringen vanuit belast pensioenvermogen en vice versa) en in welk wetgevingstraject dit kan meelopen.
In een klacht bij Kifid is door erfgenamen gesteld dat een adviseur zijn zorgplicht verzaakt heeft, door het niet adviseren van een contraverzekering.
Uit de klacht blijkt maar weer het belang van een goede dossiervorming en het (standaard) meenemen van een advies voor een contraverzekering.
Het overgangsrecht tijdelijke oudedagslijfrente bij verhoging van de AOW-leeftijd is met ingang van 1 januari 2014 van kracht.
Voor de adviespraktijk houdt dit in dat er mogelijk aanpassingen nodig zijn voor bestaande lijfrenteverzekeringen.
Een tijdelijke oudedagslijfrente kan ingaan in het jaar dat de belastingplichtige de leeftijd van 65 jaar bereikt. Met het aanpassen van de AOW leeftijd (stapsgewijs), schuift ook de (minimale) ingangsdatum op van de tijdelijke oudedagslijfrente.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.