Kloppen de volgende redernaties. Situatie: Klant, 50 jaar oud, getrouwd in gemeenschap van goederen, heeft (onder andere) 4 kapitaalverzekeringen lopen Ingangsdatum polis 1: 01-02- 1993. Huidige waarde is 30.000 euro Ingangsdatum polis 2: 01-02- 1997. Huidige waarde is 25.000 euro Ingangsdata polis 3 en 4: 01- 02-1998. Huidige waarde is 20.000 euro Alle polissen vallen in box 3. Gedurende de looptijd is altijd netjes premie betaald. Het verzekerde kapitaal is nooit verhoogd en de looptij is nooit verlengd. Klant veel van de polissen af en gaat afkopen. Kloppen de volgende fiscale gevolgenL - Polis 1: Polis meer dan 17 jaar gelopen. De kleine vrijstelling van 28.134 geldt dus. Gevolg: o is dat het rentebestanddeel over 1.866 is progressief belast wordt in box 1. o Er vindt een imputatie plaats van 28.134 op de KEW vrijstelling EN o Er vindt een imputatie plaat op de vrijstelling van van 28.134 euro (deze box3 vrijstelling is dus verdwenen. o Er vindt GEEN imputatie plaats op de hypotheekrenteaftrek - Polissen 2 t/m4: Omdat er de 15 jaar premiebetaling niet is gehaald (en de kleine vrijstelling zoiezo weg is) wordt het rentebestandeel van de polissen progressief belast in box1. Er vindt verder GEEN imputatie plaats op de KEW vrijstelling, hypotheekrenteaftrek en box3 vrijstelling (de uitkeringen zijn immers geen vrijgestelde uitkeringen).
De vrijstelling voor de kapitaalverzekering eigen woning is een "life time vrijstelling". Dit geldt in beginsel vanaf 1-1-1992, de ingangsdatum van de Brede Herwaardering. Daarom komt een vrijstelling die onder dit regime is benut in mindering van de vrijstelling onder het regime van de IB 2001. En andersom. Dit heet "imputatieregeling".
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.