Staatssecretaris Nobel heeft het wetsvoorstel niet-indexeren van de maximum uurprijzen aangeboden aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om de maximum uurprijzen binnen de kinderopvangtoeslag in 2026 eenmalig niet te indexeren.

Het kabinet heeft besloten om de maximum uurprijs voor kinderopvangkosten verder te verhogen.

Jaarlijks worden de maximum uurprijzen en toetsingsinkomens in de kinderopvangtoeslag geïndexeerd. De precieze bedragen zijn nog niet opgenomen, omdat hiervoor de raming gebruikt wordt die eind maart 2022 gepubliceerd wordt (het CEP van het CPB).

Ouders kunnen in 2021 kinderopvangtoeslag krijgen voor alle opvanguren die zij hebben doorbetaald. De hoogte van de kinderopvangtoeslag hangt in 2021 daardoor niet af van het aantal gewerkte uren.

Het ontwerpbesluit bevat een wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang en de verruiming van de koppeling gewerkte uren voor buitenschoolse opvang aan, in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3.4 van de Wet kinderopvang).

Ouders die geen kinderopvangtoeslag of andere overheidssubsidie voor het gebruik van kinderopvang ontvangen, kunnen tussen 15 mei en 15 juli bij de Sociale Verzekeringsbank een aanvraag voor een tegemoetkoming indienen.

Jaarlijks worden de maximum uurprijzen van de kinderopvangtoeslag met ingang van 1 januari geïndexeerd. De indexatie is een gewogen gemiddelde van de ontwikkeling van de loonvoet bedrijven (80%) en de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (20%).

Staatssecretaris Van 't Wout stuurde het voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met enkele wijzigingen met betrekking tot het recht op kinderopvangtoeslag naar de Tweede Kamer.

De Belastingdienst heeft een aantal veel voorkomende vragen beantwoord. Zowel vragen van (pleeg)ouders als van kinderopvangorganisaties.

Staatssecretaris Van Ark heeft de Eerste Kamer en de Tweede Kamer het ontwerpbesluit toegezonden. Het concept ziet op wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang aan, in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3.4 van de Wet kinderopvang).

Staatssecretaris Van Ark informeerde de Tweede Kamer nader over het verbetertraject kinderopvangtoeslag bestaande uit oplossingsgerichte maatregelen en kansrijke verkenningen. Ook zijn de cijfers kinderopvang over het derde kwartaal van 2018 gepubliceerd.

In een overzicht worden de kwartaalcijfers over de ontwikkeling in het gebruik van kinderopvangtoeslag, arbeidsparticipatie, het aantal instellingen en uurprijzen weergegeven.

Meer aandacht per kind bij de opvang van baby's, een hogere kinderopvangtoeslag en mogelijkheden tot coaching voor alle medewerkers van kinderopvanginstellingen. Dat zijn de belangrijkste maatregelen die het kabinet op voorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft genomen. De maatregelen zijn overeengekomen met de kinderopvanginstellingen, peuterspeelzalen, ouders en vakbonden FNV en CNV.

Deze rapportage geeft de ontwikkeling in het gebruik van kinderopvangtoeslag, arbeidsparticipatie, het aantal instellingen en uurprijzen weer over het derde kwartaal van 2014.

In 2013 is het gebruik van kinderopvangtoeslag met 18 procent gedaald. Het aantal kinderen op de opvang waarvoor toeslag wordt aangevraagd, is met tien procent gedaald en het aantal uren dat een kind opvang heeft met acht procent.

In een enquête van FNV en de stichting Voor Werkende Ouders laten ouders weten uren voor kinderopvang te hebben ingeleverd, of dat een van de ouders is gestopt met werken. Minister Asscher stelde eerder dat de meeste ouders niet minder zijn gaan werken vanwege de dure opvang. Asscher wijt de teruggang in de kinderopvang vooral aan de crisis.

Het gebruik van kinderopvangtoeslag is in het eerste kwartaal van 2013 met 10% gedaald ten opzichte van het gemiddelde van 2012. Dat staat in een brief over de kinderopvangtoeslag waarmee de ministerraad heeft ingestemd op voorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Volgens het AD heeft het kabinet een meevaller van zo'n 300 miljoen euro op de vergoeding voor de kinderopvang. Vanwege de hogere eigen bijdrage en de stijgende werkloosheid doen ouders veel minder beroep op de regeling dan verwacht. Uit een onderzoek van vakbond Abvakabo FNV blijkt dat de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag naast effecten op het aantal kinderen en uren die worden afgenomen ook direct effect op de kwaliteit en werkgelegenheid binnen de sector.

Vanaf 2012 kon u alleen kinderopvangtoeslag aanvragen voor de maand waarin u de toeslag aanvroeg en de maand ervoor. Deze beperking geldt niet meer. Hebt u voor 2012 of 2013 recht op kinderopvangtoeslag? Dan kunt u deze met terugwerkende kracht aanvragen. Dit kan met Mijn toeslagen sinds 15 mei 2013.

Het aantal kinderen dat gebruik maakt van de kinderopvang is de afgelopen negen maanden met vier procent gedaald. Het aantal ouders dat werkt is in dezelfde periode niet afgenomen. Dit schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief over de ontwikkelingen in de kinderopvang aan de Tweede Kamer.

Staatssecretaris De Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft antwoorden gegeven op kamervragen. Een mogelijke sanctie bij wanbetalers is het terugvorderen van de kinderopvangtoeslag. Tevens geeft De Krom antwoorden op de Kamervragen over het bericht "steeds meer ouders gebruiken kinderopvangtoeslag als extra salaris".

In 2013 krijgen de meeste ouders minder kinderopvangtoeslag van de overheid, ouders zullen zelf een groter gedeelte van de kosten moeten betalen. Dit blijkt uit het besluit kinderopvangtoeslag dat op 18 oktober 2012 is gepubliceerd.