Minister Hugo de Jonge heeft zijn plannen bekendgemaakt om meer mensen aan een betaalbare woning te helpen. Mensen met een middeninkomen vallen nu tussen wal en schip en mensen met een laag inkomen houden na het betalen van de huur soms te weinig over om van te leven.
Het streven is dat alle gemeenten naar 30% sociale huurwoningen toegroeien. Zo komen er voldoende sociale huurwoningen beschikbaar én komt er een betere verdeling over het land. Gemeenten die al ruim voldoen aan de 30% kunnen zich concentreren op de bouw van woningen voor middeninkomens (koop en huur). Daarnaast moet elke gemeente een woonzorgvisie en een huisvesting- of urgentieverordening opstellen.
De verhuurderheffing is een belasting op sociale huurwoningen. Sinds 2013 dragen alle verhuurders die meer dan 50 sociale huurwoningen bezitten deze belasting af over de waarde van hun woningbezit.
Per 1 mei mag de WOZ-waarde voor maximaal 33% meetellen in de bepaling van de huurprijs. Dit noemen we de cap op de WOZ. Met de WOZ-waarde stelt de gemeente vast hoeveel een woning waard is.
De meeste huurders van een sociale huurwoning kunnen vanaf juli 2022 een huurverhoging krijgen van maximaal 2,3%. De huurverhoging is beperkt tot het gemiddelde jaarinflatiepercentage tot december 2021.
In de vrije en gereguleerde (sociale) huursector gelden in 2022 regels voor de huurverhoging. Verhuurders mogen in de vrije sector de huur vanaf 1 januari 2022 maximaal met 3,3% verhogen. In de gereguleerde sector mogen de huren niet verhoogd worden tot 1 juli 2022.
Met deze wijziging van de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting wordt het woningcorporaties toegestaan om meerderjarige weeskinderen tijdelijke huurcontracten van maximaal twee jaar toe te kennen.
Er komt een grens aan de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector. De Tweede Kamer stemde in met een voorstel om dit te regelen. Voor huurders in de vrije sector betekent dit dat de huur met maximaal inflatie plus 1 procent mag stijgen.
De woninghuren zijn in juli 2020 met gemiddeld 2,9 procent omhoog gegaan ten opzichte van een jaar eerder. Dat is de grootste stijging na 2014 en meer dan het gemiddelde van de afgelopen tien jaar (2,7 procent). In juli 2019 stegen de huren met 2,5 procent.
Minister Ollongren maakt het mogelijk om huren tijdelijk te verlagen. Daarnaast neemt de minister maatregelen om starters, lage- en middeninkomens meer kans te geven op een woning binnen hun financiële mogelijkheden. De minister heeft de wetsvoorstellen tijdelijke huurkorting en huur en inkomensgrenzen naar de Tweede Kamer gestuurd.
In een tabel staat per puntenaantal de maximale huurprijs voor zelfstandige woonruimten per 1 juli 2020.
Minister Ollongren gaf antwoord op Kamervragen over het niet (tijdig) kunnen betalen van de huur door de coronacrisis. Tevens is een stroomschema toegevoegd.
Volgens minister K.H. Ollongren is er geen sprake van directe relatie tussen de activiteiten van beleggers en een dalende voorraad corporatiewoningen. De ontwikkeling van de corporatievoorraad is afhankelijk van het saldo van nieuwbouw, sloop en verkoop van woningen. Corporaties bepalen zelf of zij woningen verkopen. Het merendeel van de verkochte woningen komt bij eigenaar-bewoners terecht.
Het gemiddelde aan huurverhogingen per woningcorporatie mag vanaf volgend jaar niet hoger zijn dan de inflatie. Corporaties kunnen voor extra investeringsruimte lokaal wel afspraken maken om deze gemiddelde huursstijging te verhogen met maximaal 1%.
In antwoorden op Kamervragen gaat minister K.H. Ollongren in op de vraag waarom er een speciale website (www.investingindutchhousing.nl) in het leven is geroepen om buitenlandse investeerders te overtuigen om te investeren in de Nederlandse woningmarkt.
Huurders van sociale huurwoningen (maandhuur tot 710 euro) besteden een groot deel van hun inkomen aan woonlasten, zowel bij verhuurders in de commerciële sector als bij woningcorporaties. Voor huurders van een corporatiewoning is dit 31,2%. In de commerciële sector is dat 31,7%. De woonlasten bestaan uit de huur (verminderd met de huurtoeslag), het energie- en waterverbruik, de lokale lasten en de waterschapslasten.
Minister Plasterk stuurde de Tweede Kamer een brief met daarin een inventarisatie van de beschikbare cijfers over woningbehoefte, woningbouw en plancapaciteit in de woningmarktregio's.
Lange wachtlijsten en hoge huurprijzen: de spanningen op de huurwoningmarkt nemen steeds verder toe. Hoewel het vergroten van het aanbod van huurwoningen in het middensegment breed gezien wordt als de oplossing voor deze spanningen, zijn de gebruikelijke voorstellen zoals enkel meer nieuwbouw of overdracht van sociale huurwoningen aan beleggers onvoldoende. Het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) presenteert in de beleidsstudie ‘Perspectieven voor het middensegment van de woningmarkt’ 4 denkrichtingen, die ook in heel verschillende regionale woningmarkten aan het oplossen van tekorten kunnen bijdragen.
Voor het eerst zijn per regio, per gemeente en soms zelfs per wijk cijfers over de betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen in de sociale huursector in één overzicht te bekijken. Dit jaar ligt in de Lokale Monitor Wonen de nadruk op gegevens rond sociale huurwoningen van woningcorporaties en de huurders van deze woningen.
De komende jaren wordt de monitor uitgebreid met gegevens over particuliere huurwoningen, koopwoningen en wonen met zorg en begeleiding.
De boete van € 12.000 die het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan een man had opgelegd omdat hij zonder vergunning een vrijesectorwoning onderverhuurde, is onevenredig hoog. Daarom verlaagt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zelf de boete in dit geval naar € 3.000. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 11 mei 2016.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.