Staatssecretaris Snel stuurde de Tweede Kamer antwoorden over het tarief in box 3 in 2020 en mogelijke schending van het eerste protocol van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
In hoger beroep heeft het Hof een uitspraak van de rechtbank (deels) vernietigd. Belanghebbenden hebben verklaard dat het ten tijde van de oprichting van de vennootschap de bedoeling was een bedrag van € 1.500.000 als agio te storten. Belanghebbenden hebben in dat kader verwezen naar e-mailverkeer met de notaris. Belanghebbenden hebben ter zitting van het Hof gesteld dat de vennootschap op 31 december 2012 nog niet over een bankrekening beschikte, omdat een vennootschap in oprichting geen bankrekening kan openen.
Eerder heeft de Staatssecretaris van Financiën besloten om de bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting waarbij sprake is van belastbaar inkomen in box 3 aan te wijzen als massaal bezwaar. Het gaat om de bezwaarschriften waarop op 26 juni 2015 nog geen uitspraak is gedaan en die zijn ingediend tot en met de dag voorafgaande aan de dagtekening van deze collectieve uitspraak.
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan over het massaal bezwaar tegen de box 3-heffing voor de jaren 2013 tot en met 2016. Het gevolg van deze uitspraak is dat de Belastingdienst dit massaal bezwaar afwijst.
Kunnen twee naast elkaar gelegen appartementen worden aangemerkt als één eigen woning als bedoeld in artikel 3.111, lid 1, Wet IB 2001?
Huiseigenaren van twee naast elkaar gelegen appartementen waren eerder door het Gerechtshof in het ongelijk gesteld (hypotheekrenteaftrek).
In geschil is of een in Zeeland gelegen woning in de jaren 2009 en 2010 als eigen woning in de zin van artikel 3.111 van de Wet IB 2001 kwalificeerde. Het Hof stelt voorop dat uitsluitend woningen die als centrale levensplaats dienen, als eigen woning in de zin van artikel 3.111, eerste lid, van de Wet IB 2001 aangemerkt kunnen worden.
In cassatie is in geschil of belanghebbendes Sociaal Plan met een vrijwilligers- en plaatsmakersregeling geldt als een regeling voor vervroegde uittreding in de zin van artikel 32ba, lid 6, Wet LB. Onder meer is hierbij aan de orde of bij de beoordeling het gehele Sociaal Plan in aanmerking moet worden genomen of alleen de vrijwilligers- en plaatsmakersregeling voor werknemers van 55 jaar en ouder.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft geoordeeld dat de bezwaren tegen de pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing) ongegrond zijn. Eerder kwam de Hoge Raad tot hetzelfde oordeel. Bezwaren tegen de crisisheffing die met een vaststellingsovereenkomst zijn aangehouden, worden nu door de Belastingdienst afgehandeld.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.