Partijen hebben een affectieve relatie gehad en hebben gezamenlijk een woning in eigendom verkregen. De relatie is geëindigd. Het geschil ziet op de vermogensrechtelijke afwikkeling, waaronder de verdeling van de gezamenlijke woning en de ten behoeve van de woning en de tuin gemaakte kosten.
U kent ze vast wel. Een ongehuwde relatie (starter/doorstromer) die in 2017 een huis kocht (wie had toen al van een draagplichtovereenkomst gehoord?), of een starter/doorstromer die in 2018 een huis kocht (en nog wel naar de notaris zouden gaan - niet dus).
Helpdeskvraag wordt dan: "Kan achteraf nog een draagplichtovereenkomst worden opgesteld?"
Als antwoord volgt dan: "Dat hangt er maar net van af hoe de desbetreffende casus is. Soms wel, niet, liever niet..."
Bij samenwoners en verwerving van een woning gebeurt het regelmatig dat er sprake is van een ongelijke inbreng van vermogen. Met behulp van een draagplichtovereenkomst is dit in principe eenvoudig te scheiden. Ieder brengt eigen middelen in op diens ‘eigen helft’ en financiert het overige. Maar er zijn ook scenario’s waarbij 1 partij meer (eigen middelen/overwaarde) inbrengt dan de ander, en kiest men voor toepassing van het ‘Goedkeurend besluit (januari 2018), huidige codificatie (BP2022). Degene die meer inbrengt heeft dan een vordering op de andere partner. En dan gaan (soms) zaken in de praktijk fout….
De consument stelt dat de bank haar bij het afsluiten van de hypothecaire geldlening
onvoldoende heeft geïnformeerd over de risico’s van het feit dat zij wel hoofdelijk
aansprakelijk werd voor de hypothecaire geldlening, maar geen mede-eigenaar van de
woning.
Een overlijdensrisicoverzekering is geen complex product volgens de BGfo. De keus voor het wel of niet tekenen van een partnerverklaring kan wel complex zijn.
Met het langverwachte besluit 'Eigenwoningregeling; eigenwoningreserve en eigenwoningschuld bij gezamenlijke aankoop eigen woning en gezamenlijk aangaan eigenwoningschuld partners' is meer duidelijkheid gegeven omtrent de fiscaliteit van de leningdelen.
Toch gaf het besluit een hoop verwarring onder huiseigenaren en hypotheekadviseurs. Vandaar dat de redactie van Fintool aan de hand van een aantal voorbeelden en aandachtspunten weergeeft waar de problematiek uit bestaat.
Partijen hebben van 2008 tot medio 2014 met elkaar een affectieve relatie gehad. Sinds 2 februari 2009 was de vrouw als enige eigenaar van de woning. Bij het aangaan van deze leningen hebben partijen bij verzekeraar X een overlijdensrisicoverzekering afgesloten.
Op 24 juni 2019 heeft de notaris een concept testament opgesteld voor erflater. Op 5 oktober 2019 is [erflater] plotseling overleden. Tot zijn overlijden had erflater ruim 10 jaar een relatie met [eiseres] . Zij woonden sinds 2012 samen in de woning aan de [adres] (hierna: de woning).
In een kort geding eiste een ex-partner de medewerking van de ex-vrouw tot het ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid van de ex-man. Partijen hebben in op 29 december 2011 een samenlevingsovereenkomst gesloten.
In de praktijk wordt (gelukkig) stilgestaan bij het nut van premiesplitsing bij samenwoners. Toch is het dan goed even te informeren naar de voorwaarden uit het samenlevingscontract..
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.