U kent ze vast wel. Een ongehuwde relatie (starter/doorstromer) die in 2017 een huis kocht (wie had toen al van een draagplichtovereenkomst gehoord?), of een starter/doorstromer die in 2018 een huis kocht (en nog wel naar de notaris zouden gaan - niet dus).
Helpdeskvraag wordt dan: "Kan achteraf nog een draagplichtovereenkomst worden opgesteld?"
Als antwoord volgt dan: "Dat hangt er maar net van af hoe de desbetreffende casus is. Soms wel, niet, liever niet..."
Bij samenwoners en verwerving van een woning gebeurt het regelmatig dat er sprake is van een ongelijke inbreng van vermogen. Met behulp van een draagplichtovereenkomst is dit in principe eenvoudig te scheiden. Ieder brengt eigen middelen in op diens ‘eigen helft’ en financiert het overige. Maar er zijn ook scenario’s waarbij 1 partij meer (eigen middelen/overwaarde) inbrengt dan de ander, en kiest men voor toepassing van het ‘Goedkeurend besluit (januari 2018), huidige codificatie (BP2022). Degene die meer inbrengt heeft dan een vordering op de andere partner. En dan gaan (soms) zaken in de praktijk fout….
De consument heeft gesteld dat de geldverstrekker ten onrechte weigert vanuit het bouwdepot een factuur rechtstreeks aan hem uit te betalen. De consument heeft contant een factuur van € 34.000,00 aan zijn aannemer betaald en vervolgens de factuur ingezonden aan de geldverstrekker.
De commissie acht geen grond aanwezig op basis waarvan de bank voorafgaand of bij het doen van een rente-aanbod had moeten vermelden dat ‘eigen middelen’ bij de bank niet aangetoond kunnen worden met aandelen.
Minister Hoekstra heeft naar aanleiding van een eerdere toezegging de uitkomsten van zijn verkenning naar de (on)mogelijkheden voor bouwsparen in de context van de Nederlandse woningmarkt aan de Tweede Kamer toegezonden.
Een consument wenst niet de gehele factuur van de hypotheekadviseur te betalen. Door het (alsnog) inbrengen van €700 aan eigen middelen, viel de hypotheek in een lagere schuld-marktwaardeverhouding.
Op 1 januari 2013 was de oude woning nog steeds niet verkocht, waardoor de belanghebbende uit de 3-jaarstermijn van art. 3.111(2) Wet IB 2001 liep waarbinnen hypotheekrente voor twee woningen aftrekbaar kan zijn (verhuisregeling) en waardoor de oude woning fictief werd vervreemd en overging naar box 3. De rente op de oude lening is vanaf 1 januari 2013 in beginsel niet meer aftrekbaar.
Consument heeft zich tot de adviseur gewend in het kader van de financiering van een woning. De taxatiewaarde van de woning blijkt lager dan verwacht, waardoor Consument minder kon lenen dat de adviseur aanvankelijk verwachtte.
Veel jonge huizenkopers sluiten een maximale hypotheek af omdat ze al vrijwel alle bijkomende kosten uit eigen portemonnee moeten betalen. Dertig procent van de respondenten van de Eigen Huis Marktindicator ervaren de stijgende huizenprijzen daarom als een belemmering om een huis te kunnen kopen. Dat meldt VEH.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.