In de vorige beleids- en uitvoeringsagenda heb ik (staatssecretaris Marnix L.A. van Rij) aangegeven een visie op de eigenwoningregeling te willen te ontwikkelen. Ik wil in deze visie inzichtelijk maken wat de bevindingen van het onderzoek naar de fiscale regelingen, de beleidsdoorlichting Woningmarkt en de reeds bestaande onderzoeken in samenhang betekenen. Ik streef ernaar om mijn visie in de loop van 2024 aan uw Kamer te doen toekomen.
Bij samenwoners en verwerving van een woning gebeurt het regelmatig dat er sprake is van een ongelijke inbreng van vermogen. Met behulp van een draagplichtovereenkomst is dit in principe eenvoudig te scheiden. Ieder brengt eigen middelen in op diens ‘eigen helft’ en financiert het overige. Maar er zijn ook scenario’s waarbij 1 partij meer (eigen middelen/overwaarde) inbrengt dan de ander, en kiest men voor toepassing van het ‘Goedkeurend besluit (januari 2018), huidige codificatie (BP2022). Degene die meer inbrengt heeft dan een vordering op de andere partner. En dan gaan (soms) zaken in de praktijk fout….
Belastingdienst en Toeslagen organiseren op donderdag 8 september 2022 van 19.30 tot 20.45 uur het webinar 'Scheiden of uit elkaar gaan' om u te informeren en antwoord te geven op uw vragen.
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin de aftrek van betaalde hypotheekrente na echtscheiding in geschil is. Het gaat om een echtpaar dat in de loop van 2013 gescheiden is gaan wonen. De vrouw blijft wonen in de echtelijke woning die juridisch haar eigendom is. De man blijft ook nadat ze uit elkaar zijn gegaan de hypotheekrente voor die woning betalen en wil die betaalde rente in aftrek brengen voor de inkomstenbelasting in box 1.
Fiscale partners die niet duurzaam gescheiden leven, hebben twee woningen in eigendom. De ene partner heeft feitelijk zijn hoofdverblijf in de ene woning en de andere partner heeft feitelijk zijn hoofdverblijf in de andere woning. Zij doen beide aangifte waarbij zij beide hun eigen woning als hoofdverblijf aanmerken. Is dit juist?
Belanghebbende en zijn ex-partner maken de afspraak om over het jaar van echtscheiding samen aangifte IB/PVV te doen als fiscaal partners voor het gehele jaar. De ex-partner houdt zich niet aan deze afspraak.
Tot de gemeenschap van goederen behoorde de (voormalige) echtelijke woning gelegen aan de [woonplaats]. In 2015 is een verzoek tot echtscheiding ingediend. Op 2 maart 2016 is door de rechtbank de echtscheiding uitgesproken tussen belanghebbende en de ex-echtgenoot. Blijkens de echtscheidingsbeschikking blijft de woning gemeenschappelijke eigendom in afwachting van de verkoop van de woning. Belanghebbende heeft in haar aangifte IB/PVV voor het jaar 2016 het volledige bedrag aan rente in aftrek gebracht.
De hypotheekrenteaftrek en eigenwoning leidt (ook) bij beëindiging van het samenlevingscontract tot fiscale geschillen. Dit terwijl de wet hier duidelijk in is. Hierna een praktijkcasus.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.