In deze zaak gaat het om de vraag of verzekeraar zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de eigenaar geen recht heeft op vergoeding van de schade die als gevolg van de brand is ontstaan, doordat sprake is van kraken of doordat de eigenaar niet aan zijn meldplicht heeft voldaan.
Een huiseigenaar heeft met verkoper afgesproken dat deze nog van oktober 2015 tot augustus 2016 in de woning mocht blijven wonen. De huiseigenaar heeft de hypotheekrente opgevoerd als aftrekpost, met o.a. als argument dat de woning in 'lopende jaar + 3 jaar' als hoofdverblijf wordt aangemerkt.
Tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2019 was het aandeel leegstaande woningen ongeveer constant, namelijk 1 procent van het totaal. Tussen de 30 en 40 procent daarvan stond langdurig leeg.
Partijen zijn al bijna drie jaar uit elkaar en hadden een notariële samenlevingsovereenkomst. De verkoop van de woning of ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid van de vertrokken ex-partner is ook nog niet gelukt.
In een convenant van 20 maart 2007 hebben partijen afgesproken de vertrokken ex-partner te laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en de woning aan de achterblijvende partij (man) te leveren. Mocht dit niet lukken, zal de woning zo spoedig mogelijk verkocht dienen te worden. De man is tot op heden in de woning blijven wonen en heeft de bijbehorende lasten betaald.
Vanwege een aankomende verhuizing sluit een consument via een verzekeringsadviseur een gewijzigde opstal- en inboedelverzekering af. De nieuwe woning moet eerst worden verbouwd. Vanaf mei 2016 geldt de opstal- en inboedelverzekering voor het nieuwe adres, het oude adres en voor een gehuurde opslag.
Rechtbank Limburg heeft een uitspraak gedaan waarbij verzekeringnemer via internet een schadeverzekeringsovereenkomst heeft afgesloten. Ten tijde van de schade was verzekeringnemer niet meer woonachtig in de verzekerde woning.
Uitgaande van een laag groeiscenario kan bijna 80% van de behoefte aan extra woningen binnenstedelijk worden opgevangen. Bij een hoog groeiscenario is dat slechts 35% van de totale woningbehoefte. Daarbij zit de potentie vooral in de transformatie van on(der)benutte terreinen, en veel minder in de transformatie van huidige leegstaande panden. De cijfers verschillen sterk per regio. Dat zijn de belangrijkste bevindingen uit de studie ‘Transformatiepotentie: woningbouwmogelijkheden in de bestaande stad’ van het PBL (Planbureau voor de Leefomgeving).
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.